-
1 avoir la tête solide
avoir la tête solide -
2 avoir la tête solide
не уставать ( при умственной работе); сохранять свежую головуDictionnaire français-russe des idiomes > avoir la tête solide
-
3 solide
solide [sɔlid]1. adjectivea. ( = non liquide) solidb. ( = robuste) solid ; [économie] strongc. ( = sérieux) solid ; [argument, formation, culture, connaissances, raisons] sound• leur couple, c'est du solide (inf) they have a solid relationshipd. ( = vigoureux) [personne, jambes] sturdy ; [santé, cœur] sound• il a un solide appétit or coup de fourchette (inf) he has a hearty appetite2. masculine noun* * *sɔlid
1.
1) ( consistant) solid2) ( résistant) [maison, amitié, lien] solid; [chaussures, sac] sturdy; [lien, fixation, lame, mécanisme] strong; [position, base] firm3) ( vigoureux) [personne, constitution] strong; [poignée de main] firm; [cœur, poumons] strong, soundêtre solide sur ses jambes — lit, fig to be steady on one's legs
avoir la tête solide — fig to have one's head screwed on
4) ( sérieux) [affaire, connaissances, expérience, raisons] sound; [garanties] firm; [qualités] solid; [partenaire] dependable5) ( substantiel) hearty
2.
nom masculin1) Mathématique, Physique solid2) ( fiable)ce qu'il te dit, c'est du solide — what he says is sound
3) ( consistant)4) ( durable)les meubles anciens, c'est du solide — antique furniture is solidly built
* * *sɔlid1. adj1) (non liquide) solid2) (= robuste) (mur, maison, meuble) solid, sturdy, (personne) robust, sturdy3) (moralement) strong4) (connaissances, arguments) sound2. nm* * *A adj1 ( consistant) [état, corps, aliment, carburant] solid;2 ( résistant) [maison, échafaudage, amitié, lien, union] solid; [chaussures, sac] sturdy; [lien, fixation, lame, mécanisme] strong; [position, base] firm; la chaise/l'étagère n'est pas très solide the chair/the shelf is a bit rickety; être solide au poste to be dependable at work;3 ( vigoureux) [personne, constitution] strong; [poignée de main] firm; [cœur, poumons] strong, sound; être solide sur ses jambes lit, fig to be steady on one's legs; elle a les nerfs solides she's got nerves of steel; avoir la tête solide fig to have one's head screwed on; ma tête n'est plus très solide my mind is going a bit; il a un solide coup de fourchette hum he likes his food;4 ( sérieux) [affaire, connaissances, expérience, raisons] sound; [garanties] firm; [qualités] solid; [partenaire] dependable; elle a une solide formation en informatique she's had a sound training in computer science; ton rapport n'est pas assez solide your report isn't very convincing; il a une solide réputation d'agressivité/de raseur○ he has a reputation for being aggressive/for being a bore;5 ( substantiel) hearty; un solide appétit hum a hearty appetite; un solide petit déjeuner a hearty breakfast.B nm2 ( fiable) ce qu'il te dit, c'est du solide what he says is sound, you can believe what he says; ce secteur, c'est du solide that industry is solid;4 ( durable) les meubles anciens, c'est du solide antique furniture is solidly built.[sɔlid] adjectif1. [résistant - meubles, matériel] solid, sturdy, strong ; [ - papier] tough, strong ; [ - vêtements] hard-wearing ; [ - bâtiment] solid, strong ; [ - verrou, nœud] securepeu solide [chaise, pont] rickety2. [établi, stable - formation, culture, technique] sound ; [ - entreprise] well-established ; [ - institution, argument] solid, sound ; [ - professionnalisme, réputation] solid ; [ - bases] sound, firm ; [ - amitié] firm, enduring ; [ - foi] firm, staunch ; [ - principes, qualités] staunch, sound, sterling (modificateur) ; [ - monnaie] strong, firmattitude empreinte d'un solide bon sens no-nonsense attitude, attitude based on sound common senseelle s'est entourée d'une solide équipe de chercheurs she's surrounded herself with a reliable ou strong research teamun solide petit déjeuner a substantial ou solid breakfastavoir une solide avance sur ses concurrents to enjoy a secure ou comfortable lead over one's rivals5. [non liquide - aliments, corps, état] solid[teinture] fast————————[sɔlid] nom masculin1. [ce qui est robuste]les voitures suédoises, c'est du solide Swedish cars are built to last2. [sol ferme] solid ground -
4 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
5 solide
adj.1. (contraire de fluide) твёрдый*;un corps solide — твёрдое те́лоl'état solide de la matière — твёрдое состоя́ние вещества́;
2. (contraire de fragile;résistant, durable) про́чный* (résistant à l'usure), кре́пкий* (difficile à défaire);une bicyclette solide — про́чный велосипе́д; des meubles solides — про́чная ме́бель; une étoffe solide — про́чная <добро́тная> ткань; un nœud solide — кре́пкий у́зелun mur solide — про́чная стена́;
║ fig.:une amitié solide — про́чная <кре́пкая> дру́жбаune paix solide — про́чный мир;
3. (se dit de qn. de robuste) кре́пкий, си́льный*;Pierre est plus solide que Jean — Пьер кре́пче <сильне́е, здорове́е> Жа́на; il est encore solide pour son âge — он кре́пок для ∫ своего́ во́зраста <свои́х лет>; solide sur ses jambes — кре́пко стоя́щий <держа́щийся> на нога́х; un solide gaillard — кре́пкий па́рень <ма́лый>; ↑ здорове́нный дети́наil est solide comme un chêne (comme le roc, comme le Pont-Neuf) — он кре́пок как дуб; он здоро́в как бык;
║ fig.:il a le cœur solide — у него́ кре́пкое се́рдце <здоро́вье>; il a la tête solide ∑ — у него́ тре́звая голова́; он здра́во рассужда́ет; ● avoir les reins solidesil a les nerfs solides — у него́ кре́пкие не́рвы;
1) быть кре́пким <кре́пкого сложе́ния>2) fig. име́ть про́чное фина́нсовое положе́ние;il est solide au poste — он всё ещё де́ржится; ∑ его́ ничто́ не берёт (il brave les difficultés, etc.)
4. fig. (sérieux, imposant, important) соли́дный, основа́тельный;de solides revenus — соли́дные дохо́ды; une entreprise (une affaire) solide — соли́дное предприя́тие (де́ло); une position solide — соли́дное (importante) <— кре́пкое (inébranlable)) — положе́ние; une thèse solide — обосно́ванное положе́ние; de solides connaissances — соли́дные <обши́рные (vastes)) — зна́ния; j'ai de solides raisons de penser (que...) — у меня́ есть серьёзные основа́ния ду́мать (, что...); un élève solide — учени́к, облада́ющий про́чными зна́ниями; un repas solide — пло́тный (↑осно́вателъный) обе́д (у́жин)un homme solide — основа́тельный (↑соли́дный) челове́к;
■ m1. phys. твёрдое те́ло ◄pl. -а► 2. géom. те́ло 3. что-л. про́чное, надёжное;c'est du solide! — э́то де́ло надёжное!
-
6 solide
adj -
7 tête
fil est dans sa chemise, et la tête et les pieds lui passent — см. il est dans sa chemise
y aller de cul et de tête comme une corneille qui abat les noix — см. comme une corneille qui abat les noix
gare à la tête! — см. gare de là!
quand tu as une idée dans la tête tu l'as pas dans le cul! — см. quand tu as une idée dans le crâne tu l'as pas dans le cul!
tête d'œuf — см. crâne d'œuf
tête ou pile — см. pile ou face
pomper la tête — см. pomper l'air
- tête à X- de tête- en tête- tête nue -
8 hij heeft een goed stel hersens
hij heeft een goed stel hersensDeens-Russisch woordenboek > hij heeft een goed stel hersens
-
9 stel
♦voorbeelden:hij heeft een goed stel hersens • il a la tête solideeen stel kaarten • un jeu de carteseen leuk stel kinderen • des enfants charmantseen heel stel boeken • pas mal de livres〈 ironisch〉 dat is ook een mooi stel bij elkaar! • quelle bande ils forment!een verloofd stel • des fiancésop stel zijn • être en ordre -
10 avoir
vl'avoir manqué belle — см. le beau
l'avoir belle — см. le beau
avoir la casquette — см. ras le bol
avoir des hardiesses avec... — см. avoir des hardiesses avec...
en avoir jusqu'ici, jusque-là — см. en avoir jusque-là
avoir oublié d'avoir... — см. avoir oublié d'avoir
avoir oublié d'être... — см. avoir oublié d'être
avoir ouï-dire — см. avoir ouï dire
- l'avoir- en avoir- y a pas -
11 gros
gros, grosse [gʀo, gʀos]━━━━━━━━━1. adjective4. adverb5. compounds━━━━━━━━━1. <a. (dimension) big, large ; [personne, ventre, bébé] fat ; [lèvres, corde, pull, manteau] thick ; [chaussures, averse] heavyb. ( = important) [travail, problème, ennui, erreur] big ; [somme, entreprise] large ; [soulagement, progrès] great ; [dégâts] extensive ; [fièvre] high ; [rhume] badc. ( = houleux) [mer] roughd. ( = sonore) [soupir] deepf. ( = rude) [drap, laine, vêtement, plaisanterie, traits] coarse• nous dire ça, c'est un peu gros saying that to us was a bit thick (inf)2. <a. ( = personne) fat manb. ( = principal) le gros du travail est fait the bulk of the work is doned. ► en gros• dites-moi, en gros, ce qui s'est passé tell me roughly what happened3. <4. <b. ( = beaucoup) il risque gros he's risking a lot• je donnerais gros pour... I'd give a lot to...• il y a gros à parier que... it's a safe bet that...5. <► grosse caisse ( = instrument) bass drum► gros porteur ( = avion) jumbo jet* * *
1.
grosse gʀo, gʀos adjectif1) gén big, large2) ( épais) thick3) ( gras) fat4) ( important) big, large5) ( grave) [problème, erreur] serious, big; [déception, défaut] big, major6) ( fort) [rhume] bad; [sanglots] loud; [soupir, voix] deep; [pluie, chute de neige] heavy; [orage] big; [temps, mer] rough; [buveur, fumeur] heavygros malin! — (colloq) you silly fool! (colloq)
7) ( rude) [rire] coarse; [drap, laine] coarse
2.
nom masculin, féminin fat man/woman
3.
1) ( en grands caractères) [écrire] big2) ( beaucoup) [miser, perdre] lit a lot of money; fig a lotjouer gros — lit, fig to play for high stakes
il y a gros à parier que... — it's a good bet that...
4.
nom masculin invariable1) ( plupart)le gros de — the majority ou bulk of [spectateurs, passagers]; the main body of [manifestants, expédition]; the bulk of [travail]; most of [hiver, saison]; most of [déficit]
2) Commerce wholesale tradede gros — [magasin, prix] wholesale
3)
5.
en gros locution adverbiale1) ( dans les grandes lignes) roughlyen gros je suis d'accord — basically, I agree
2) Commerce [acheter] wholesale3) ( en grands caractères) in big letters•Phrasal Verbs:- gros lot- gros mot- gros sel••en avoir gros sur le cœur or la patate — (colloq) to be very upset
* * *ɡʀo, ɡʀos gros, -se1. adj1) (fruit, maison, paquet) big, large, (câble, trait) thick, heavy2) (personne) fat3) (travaux, dégâts) extensive, (problème, quantité) great4)2. adv1) (= beaucoup)2)3. nm1) COMMERCE2)le gros de (= la majeure partie de) — most of, [travail] the bulk of
Le gros de l'hiver est derrière nous. — The worst of the winter is behind us now.
* * *A adj (before n)4 ( important) [entreprise, exploitation] big, large; [commerçant, producteur, industriel, actionnaire, client] big; [contrat, investissement, marché] big; [dégâts] considerable; [dépense, héritage, somme] big; [récolte, cueillette] big; un de nos plus gros clients/actionnaires one of our major customers/shareholders;6 ( fort) [mensonge, surprise] big; [rhume] bad; [sanglots] loud; [soupir, voix] deep; [câlin, larmes, appétit] big; [pluie, chute de neige] heavy; [orage] big; [temps, mer] rough; [buveur, fumeur] heavy; [mangeur] big; par gros temps in rough weather; avoir une grosse fièvre to have a very high temperature; avoir une grosse faim to be very hungry; d'une grosse voix in a very serious voice; pendant les grosses chaleurs when the weather is at its hottest; gros malin! you silly fool○!; un gros fainéant/porc a real lazybones/dirty pig;B nm,f fat man/woman; un petit gros a small fat man; une bonne grosse a plump old dear; mon gros my old thing; les petits payent pour les gros fig the rich live off the backs of the poor.C adv1 ( en gros caractères) [écrire] big ou in big letters; essaie d'écrire moins/plus gros try to write smaller/bigger;2 ( beaucoup) [miser, risquer, gagner, perdre] lit a lot of money; fig a lot; jouer gros lit, fig to play for high stakes; il y a gros à parier que… it's a good bet that…D nm1 ( plupart) le gros de the majority ou bulk of [spectateurs, lecteurs, passagers]; the main body of [manifestants, troupes, armée, expédition]; the bulk of [travail]; the main part of [effort, dépenses, revenus]; most of [été, hiver, saison]; most of [déficit]; le gros de la troupe a suivi the main body of the group followed;3 Pêche game fish; la pêche au gros game fishing.E en gros loc1 ( dans les grandes lignes) [expliquer, raconter] roughly; en gros, voilà ce qui s'est passé that's roughly what happened; il s'agit, en gros, de savoir si… what's roughly involved is finding out if…; en gros je suis d'accord avec toi basically, I agree with you;3 ( en gros caractères) [écrit, imprimé] in big letters.F grosse nf1 ( copie d'acte) engrossment;2 ( douze douzaines) gross.gros bétail Agric large livestock; gros bonnet○ big wig○ GB, big shot○; gros bras○ strong man; gros coup○ a big deal; réussir un gros coup to pull off a big deal; gros cube○ Aut, Transp big bike○ ou motorbike, big hog○ US; gros cul○ big truck; gros gibier Chasse big game; fig big time criminals (pl); gros lard○ fat slob○; gros linge heavy washing; gros lot Jeux first prize, jackpot; gagner or décrocher le gros lot lit, fig to hit the jackpot; gros morceau○ ( travail) big job; s'attaquer à un gros morceau to tackle a big job; gros mot swearword; dire des gros mots to use bad language, to swear; gros œuvre Constr shell (of a building); nous avons fini le gros œuvre we've finished the shell (of the building); gros plan Cin close-up; en gros plan in close-up; faire un gros plan sur to do a close-up of; gros plein de soupe○ fatso○; gros rouge○ red plonk○ GB, cheap red wine; gros sel Culin coarse salt; gros titre Presse headline; être en gros titres dans les journaux to hit the (newspaper) headlines; grosse caisse Mus bass drum; grosse légume○ = gros bonnet; grosse tête○ brain box○ GB, brain○.faire une grosse tête à qn◑ to give sb a thick ear○ GB, to beat sb upside the head○ US; avoir le cœur gros to have a heavy heart; en avoir gros sur le cœur or la patate○ to be very upset; gros comme le poing as big as my fist; gros comme une tête d'épingle no bigger than a pinhead; c'est un peu gros comme histoire! that's a bit of a tall story!; il dit des bêtises grosses comme lui he says ridiculous foolish things.( féminin grosse) [gro, gros] (devant nom masculin commençant par voyelle ou h muet [groz]) adjectifune grosse boîte de haricots a large ou big can of beansle paquet est/n'est pas (très) gros the parcel is/isn't (very) bigprends-le par le gros bout pick it up by the thick ou thicker endun gros pull a thick ou heavy jumperde grosses jambes fat ou stout legs3. [en intensif]un gros appétit/mangeur a big ou hearty appetite/eaterun gros bruit a loud ou big noiseun gros soupir a big ou heavy sigh4. [abondant] heavyson usine a de gros effectifs his factory employs large numbers of people ou has a large workforce5. [important] bigle gros avantage des supermarchés the big ou major advantage of supermarketsde gros dégâts extensive ou widespread damageune grosse entreprise a large ou big companyavoir de gros moyens to have a large income ou considerable resourcesde gros profits big ou fat profitsun gros rhume a bad ou heavy coldde gros ennuis serious trouble, lots of trouble6. [prospère] big7. [rude]une grosse voix a rough ou gruff voicel'astuce/la supercherie était un peu grosse the trick/the hoax was a bit obvious[exagéré]8. MÉTÉOROLOGIEpar gros temps/grosse mer in heavy weather/seas9. (soutenu) [rempli]————————, grosse [gro, gros] (devant nom masculin commençant par voyelle ou h muet [groz]) nom masculin, nom féminingros nom masculin1. [majorité]2. COMMERCEgros adverbecoûter/gagner gros to cost/to win a lot (of money)elle donnerait gros pour savoir she'd give her right arm ou a lot to find out————————de gros locution adjectivale[commerce, prix] wholesale————————en gros locution adjectivalebulk (modificateur)————————en gros locution adverbiale1. [approximativement] roughly2. [en lettres capitales]————————gros bonnet nom masculin————————grosse légume nom féminin[officier] brass (hat) -
12 cornu
cornū, cornūs, n. - voir hors site cornu. - autres déclinaisons: cornŭs, ūs, m. (Cic. Nat. 2, 149; Prisc. 6, 5, 77) --- cornum, i, n. (Ter. Eun. 775; Lucr. 2, 388,- Varr. R. 3, 9,14) - qqf. gén. sing. cornū ou cornuis --- abl. plur. cornuis (Capel), cornubus (Capel). [st1]1 [-] corne (de taureau, de bélier...); bois (de cerf); au fig. force, courage. - dente lupus, cornu taurus petit, Hor. S. 2: le loup attaque de la dent, et le taureau de la corne. - suo capiti praebebat cornibus umbras, Ov. M. 10: (le cerf) avait la tête à l'ombre grâce à ses bois. - cornua sumere, Ov.: s'enhardir, prendre courage. - cornua alicui obvortere. Plaut. Ps. 1021: montrer les dents à qqn (tourner ses cornes contre qqn). - venerunt capiti cornua meo, Ov. Am. 3, 11: le courage m'est venu. - addis cornua pauperi Hor. O. 3, 21, 18: tu m'inspires de l'audace malgré ma pauvreté. En gén. tout objet dont la substance ressemble à la corne, ou qui a la forme d'une corne, ou qui est fait de corne. [st1]2 [-] aile d’armée. - cornu dextrum: l’aide droite. - cornu sinistrum: l’aile gauche. - equitatum omnem in cornibus locat, Sall. J. 49, 6: il place toute la cavalerie aux ailes. - ipse a dextro cornu proelium commisit, Caes. BG. 1: lui-même engagea le combat par l’aile droite. - cornu inclinante, Aur.-Vict.: comme son aile pliait. - cum septimae legionis tribunis esset nuntiatum quae in sinistro cornu gererentur, Caes. BG. 7: comme les tribuns de la septième légion avaient appris ce qui se passait à l’aile gauche. - au fig. cornua disputationis tuae commovere, Cic. Div. 2: ébranler le front de ton argumentation. [st1]3 [-] au plur. cornes de colimaçon, pinces d'écrevisse, défenses d'éléphant. - Varr. L. L. 7, § 39 Müll.; Plin. 8, 3, 4, § 7; 18, 1, 1, § 2. - cornu Indicum, Mart. 1, 73, 4: ivoire. [st1]4 [-] corne du pied de certains animaux, sabot. - solido graviter sonat ungula cornu, Virg. G. 3: le sabot résonne profondément sous sa corne solide. [st1]5 [-] bec des oiseaux. [st1]6 [-] cornée de l'oeil. [st1]7 [-] cor, cornet, trompe, trompette (en corne). [st1]8 [-] arc. - Ov. M. 5, 383; Virg. Egl. 10, 59; Suet. Nero, 39. [st1]9 [-] lanterne (de corne). [st1]10 [-] entonnoir (fait d'une corne). - Virg. G. 3, 509. [st1]11 [-] corne à boire. - Calp. Ecl. X, 48 ; Plin. 11, 45. [st1]12 [-] vase à l'huile, huilier. - Hor. S. 2, 2, 61. [st1]13 [-] au plur. cornes, extrémités de la lyre. - Cic. Nat. 2, 59. [st1]14 [-] c. corniculum cimier, pointe, aigrette en métal (sur le casque). - Liv. 27, 33 ; Virg. En. 12, 89. [st1]15 [-] au plur. extrémités d'une vergue. [st1]16 [-] au plur. extrémités du bâton autour duquel on enroulait les livres. [st1]17 [-] au plur. cornes de la lune, croissant de la lune. - tres aberant noctes, ut cornua tota coirent efficerentque orbem, Ov. M. 7: il fallait encore trois nuits pour voir les cornes de la lune se réunir et former un disque. [st1]18 [-] au plur. bras (d'un fleuve). - septem digestus in cornua Nilus, Ov. M. 7: le Nil qui se divise en sept bras. [st1]19 [-] cime, sommet (d'une montagne). [st1]20 [-] pointe de terre, langue de terre, promontoire. - Ov. M. 5, 410. [st1]21 [-] bout, extrémité, pointe (d'un objet), côté, coin, angle. - in duobus velut cornibus Graeciae, Liv. 35: aux deux ailes de la Grèce, pour ainsi dire (= aux extrémités de la Grèce). - in cornibus comitii positae statuae, Plin. 34: statues érigées dans les angles de la place des Comices. - judiciis adsidebat in cornu tribunalis, Tac. An. 1: il assistait aux jugements ordinaires, assis dans un coin du tribunal.* * *cornū, cornūs, n. - voir hors site cornu. - autres déclinaisons: cornŭs, ūs, m. (Cic. Nat. 2, 149; Prisc. 6, 5, 77) --- cornum, i, n. (Ter. Eun. 775; Lucr. 2, 388,- Varr. R. 3, 9,14) - qqf. gén. sing. cornū ou cornuis --- abl. plur. cornuis (Capel), cornubus (Capel). [st1]1 [-] corne (de taureau, de bélier...); bois (de cerf); au fig. force, courage. - dente lupus, cornu taurus petit, Hor. S. 2: le loup attaque de la dent, et le taureau de la corne. - suo capiti praebebat cornibus umbras, Ov. M. 10: (le cerf) avait la tête à l'ombre grâce à ses bois. - cornua sumere, Ov.: s'enhardir, prendre courage. - cornua alicui obvortere. Plaut. Ps. 1021: montrer les dents à qqn (tourner ses cornes contre qqn). - venerunt capiti cornua meo, Ov. Am. 3, 11: le courage m'est venu. - addis cornua pauperi Hor. O. 3, 21, 18: tu m'inspires de l'audace malgré ma pauvreté. En gén. tout objet dont la substance ressemble à la corne, ou qui a la forme d'une corne, ou qui est fait de corne. [st1]2 [-] aile d’armée. - cornu dextrum: l’aide droite. - cornu sinistrum: l’aile gauche. - equitatum omnem in cornibus locat, Sall. J. 49, 6: il place toute la cavalerie aux ailes. - ipse a dextro cornu proelium commisit, Caes. BG. 1: lui-même engagea le combat par l’aile droite. - cornu inclinante, Aur.-Vict.: comme son aile pliait. - cum septimae legionis tribunis esset nuntiatum quae in sinistro cornu gererentur, Caes. BG. 7: comme les tribuns de la septième légion avaient appris ce qui se passait à l’aile gauche. - au fig. cornua disputationis tuae commovere, Cic. Div. 2: ébranler le front de ton argumentation. [st1]3 [-] au plur. cornes de colimaçon, pinces d'écrevisse, défenses d'éléphant. - Varr. L. L. 7, § 39 Müll.; Plin. 8, 3, 4, § 7; 18, 1, 1, § 2. - cornu Indicum, Mart. 1, 73, 4: ivoire. [st1]4 [-] corne du pied de certains animaux, sabot. - solido graviter sonat ungula cornu, Virg. G. 3: le sabot résonne profondément sous sa corne solide. [st1]5 [-] bec des oiseaux. [st1]6 [-] cornée de l'oeil. [st1]7 [-] cor, cornet, trompe, trompette (en corne). [st1]8 [-] arc. - Ov. M. 5, 383; Virg. Egl. 10, 59; Suet. Nero, 39. [st1]9 [-] lanterne (de corne). [st1]10 [-] entonnoir (fait d'une corne). - Virg. G. 3, 509. [st1]11 [-] corne à boire. - Calp. Ecl. X, 48 ; Plin. 11, 45. [st1]12 [-] vase à l'huile, huilier. - Hor. S. 2, 2, 61. [st1]13 [-] au plur. cornes, extrémités de la lyre. - Cic. Nat. 2, 59. [st1]14 [-] c. corniculum cimier, pointe, aigrette en métal (sur le casque). - Liv. 27, 33 ; Virg. En. 12, 89. [st1]15 [-] au plur. extrémités d'une vergue. [st1]16 [-] au plur. extrémités du bâton autour duquel on enroulait les livres. [st1]17 [-] au plur. cornes de la lune, croissant de la lune. - tres aberant noctes, ut cornua tota coirent efficerentque orbem, Ov. M. 7: il fallait encore trois nuits pour voir les cornes de la lune se réunir et former un disque. [st1]18 [-] au plur. bras (d'un fleuve). - septem digestus in cornua Nilus, Ov. M. 7: le Nil qui se divise en sept bras. [st1]19 [-] cime, sommet (d'une montagne). [st1]20 [-] pointe de terre, langue de terre, promontoire. - Ov. M. 5, 410. [st1]21 [-] bout, extrémité, pointe (d'un objet), côté, coin, angle. - in duobus velut cornibus Graeciae, Liv. 35: aux deux ailes de la Grèce, pour ainsi dire (= aux extrémités de la Grèce). - in cornibus comitii positae statuae, Plin. 34: statues érigées dans les angles de la place des Comices. - judiciis adsidebat in cornu tribunalis, Tac. An. 1: il assistait aux jugements ordinaires, assis dans un coin du tribunal.* * *Cornu, Indeclinabile, et hoc Cornum, et hic Cornus, huius cornus, secundum Priscianum. Plin. Corne.\Aeria caprae cornua. Ouid. Hault eslevees en l'air.\Arborea ceruorum cornua. Virg. Branchues, Qui ont plusieurs cornichons, Qui resemblent à des arbres.\Camura cornua. Virgil. Courbes.\Flexum circum caua tempora cornu. Ouid. Comme les cornes d'un rang ou belier.\Ramosa cornua cerui. Virgil. Branchues.\Recurua cornua. Ouid. Recourbees, Recroquillees.\Summis cornibus vix cerui extant. Virg. A grand peine leur voit on le bout des cornes.\Decernere inter se cornibus. Virg. Combatre des cornes, Heurter l'un contre l'autre.\Explorare cornua in truncis. Lucan. Essayer.\Fregit in arbore cornu. Ouid. La chevre rompit l'une de ses cornes contre un arbre.\Incursare aduersis cornibus. Plin. S'entreheurter.\Inter se aduersis luctantur cornibus hoedi. Virgil. Ils heurtent des cornes l'un contre l'autre, Ils s'entreheurtent.\Coactum cornu Phoebes. Lucan. Quand il est pleine lune, et que les cornes de la lune sont joinctes ensemble.\Circuitis cornibus orbem alligat Phoebe. Senec. Il est pleine lune. \ Cornua lunaria. Ouid. Les cornes de la lune.\Obtusa Lunae cornua. Virg. Quand le croissant n'est point bien cler.\It Luna cornibus puris. Senec. Le croissant est bien cler et net.\Coeunt tota cornua, efficiuntque orbem. Ouid. La lune est pleine.\Tertia iam Lunae se cornua lumine complent. Virg. Voici desja la troisieme pleine lune, ou le troisieme mois.\Iunctis cornibus implerat orbem Luna. Ouid. Il estoit pleine lune, La lune estoit au plein.\Reparat noua cornua Phoebe. Ouid. Il est lune nouvelle.\Cornu portus. Cic. Le coing du port.\Cornua fluminum. Virgil. Les courbemens et tortuositez qui sont d'un costé et d'autre és rives des rivieres.\Cornua montium: vt Intorta cornua Parnasi. Stat. Quand une montaigne est double par enhault, et comme fendue en deux. et ha deux sommets ou coupets.\Cornua in praelio, pro vtraque parte exercitus. Terent. Les ailes de l'advantgarde ou bataille.\Equites pro cornibus locare. Quintil. Mettre les gens de cheval sur les ailes.\Cornua disputationis alicuius commouere. Cic. Esbranler la force des argumens faicts par aucun, et tascher à les confuter.\Cornua antennarum. Virgil. Les deux bouts.\Cornua obuertere alicui in re secunda. Plaut. Tourner les cornes vers aucun, Luy presenter les cornes pour le heurter et frapper.\Cornu, Arcus. Virgil. Un arc.\Flexile cornu curuare. Ouid. Bender un arc.\Vngula solido cornu. Virgil. Qui n'est point fendue.\Cornua. Varro. Trompe, Cornet, Cor.\Rauco strepuerunt cornua cantu. Virg. Les cors, Les cornets. -
13 status
[st1]1 [-] stătus, a, um: - [abcl][b]a - part. passé de sisto - [abcl]a - adjt. fixé, fixe, périodique.[/b] - sollemne et statum sacrificium, Cic. Tusc. 1, 113: sacrifice revenant tous les ans à date fixe. - stato tempore, Plin. 11, 173: à époque fixe. - ex quo factum est, ut postea athletae ceterique artifices iis statibus in statuis ponendis uterentur, cum victoriam essent adepti, Nep. 12, 1, 3: d'où il arriva qu'ensuite les athlètes et les artistes de tous les genres, quand il s'agissait de leur dresser des statues, leur firent donner la pose qu'ils avaient au moment de leur victoire.. [st1]2 [-] stătŭs, ūs, m.: a - action de se tenir, posture, attitude, pose. - oratoris status erit erectus et celsus, Cic. Or. 59: l'orateur se tiendra droit, la tête levée. - status signi, Cic. Verr. 1, 57: l'attitude d'une statue. --- cf. Nep. Chab. 1, 3. - status, incessus, sessio, accubitatio, Cic. Off. 1, 129: le maintien, la démarche, la manière de s'asseoir, de se tenir à table. - motus et status naturae congruentes, Cic. Fin. 5, 35: manières de se mouvoir et de se tenir conformes à la nature. b - taille, stature. - Stat. S. 1, 6, 58 ; Col. 1, 9, 3, etc. c - position du combattant. - statum alicujus conturbare, Quadr. d. Gell. 9, 13, 16: bousculer son adversaire. - statu hostes movere, Liv. 30, 18, 4: ébranler l'ennemi. - fig. animum certo de statu demovere, Cic. Caec. 42: faire perdre contenance à l'âme. - adversarios de statu omni dejicere, Cic. Or. 129: jeter les adversaires dans le désarroi, leur rendre impossible toute position de combat. --- cf. Cic. Par. 15. d - état, position, situation. - status vitae, Cic. Att. 10, 4, 1: situation sociale. - amplus status, Cic. Att. 3, 10, 2: situation considérable, haut rang. - in eo statu civitas est ut... Cic. Sest. 106: la cité est dans un état tel que... - status rei publicae, Cic. Fam. 3, 11, 4: l'état des affaires publiques. - quo in statu sim vides, Cic. Fam. 1, 11, 13: tu vois dans quel état je suis. - deteriore statu esse, Cic. Har. 61: être dans un état pire. - cf. Cic. Fam. 5, 16, 2 ; Phil. 13, 2, etc. - eo tum statu res erat ut... Caes. BG. 6, 12, 9: la situation [en Gaule] était alors la suivante. - statum caeli notare, Liv. 37, 12, 11: noter l'état du ciel. - cf. Lucr. 3, 292 ; Curt. 6, 4, 19. e - forme de gouvernement, régime. - status optimatium, Cic. Rep. 1, 68: le régime de l'aristocratie, gouvernement aristocratique. - status rei publicae, Rep. 1, 68: la forme du gouvernement. - status civitatis, Cic. Rep. 1, 33, etc.: g - bon état, stabilité, assiette solide. - rei publicae statum labefactare, Cic. Cat. 1, 3: ébranler la constitution de l'état. --- cf. Cic. Har. 41. - pro statu civitatis nullum vitae discrimem vitare, Cic. Sen. 20: ne reculer devant aucun danger pour maintenir l'existence de la cité. - cf. Cic. Cael. 70 ; Sull. 63. - multorum excisi status, Tac. An. 3, 28: beaucoup de situations furent ruinées. - status aetatis, Dig. 31, 1, 79: âge de la majorité [25 ans]. h - maintien, salut, conservation. - rei publicae statum labefactare, Cic. Cat. 1, 3: porter atteinte à la constitution de l'Etat. - optimus status civitatis, Cic. Rep. 1, 33: le meilleur statut pour la cité. - tu velim ad me de omni rei publicae statu quam diligentissime perscribas, Cic. Fam. 2, 11: je voudrais que tu m'écrives longuement et avec le plus grand soin possible à propos de l'ensemble de la situation politique. - qui status rerum fuerit tum cum has litteras dedi scire poteris ex C. Titio Strabone ? Cic. Fam. 12, 6, 1: quelle est la situation au moment où je donne cette lettre, tu pourras le savoir par C. Titius Strabon ? - deplorare temporum statum, Suet. Caes. 20: déplorer le malheur des temps. ii - position. - [rhét.] status = στάσις: position (que prend l'orateur pour repousser l'attaque de l'adversaire]. - cf. Cic. Top. 93; Part. 102; Tusc. 3, 79. - status causae ou status seul [ = constitutio Her. 1, 18 ; cf. Cic. Inv. 1, 10]: position de la question, point du débat, genre de cause, nature propre de la cause. - cf. Quint. 3, 6, passim. k - [gram.] mode du verbe. - Quint. 1, 5, 41; 9, 3, 11. m - [droit] condition, statut d'une personne, état juridique. - Dig. 1, 5, 21; 4, 5,. 11, etc.* * *[st1]1 [-] stătus, a, um: - [abcl][b]a - part. passé de sisto - [abcl]a - adjt. fixé, fixe, périodique.[/b] - sollemne et statum sacrificium, Cic. Tusc. 1, 113: sacrifice revenant tous les ans à date fixe. - stato tempore, Plin. 11, 173: à époque fixe. - ex quo factum est, ut postea athletae ceterique artifices iis statibus in statuis ponendis uterentur, cum victoriam essent adepti, Nep. 12, 1, 3: d'où il arriva qu'ensuite les athlètes et les artistes de tous les genres, quand il s'agissait de leur dresser des statues, leur firent donner la pose qu'ils avaient au moment de leur victoire.. [st1]2 [-] stătŭs, ūs, m.: a - action de se tenir, posture, attitude, pose. - oratoris status erit erectus et celsus, Cic. Or. 59: l'orateur se tiendra droit, la tête levée. - status signi, Cic. Verr. 1, 57: l'attitude d'une statue. --- cf. Nep. Chab. 1, 3. - status, incessus, sessio, accubitatio, Cic. Off. 1, 129: le maintien, la démarche, la manière de s'asseoir, de se tenir à table. - motus et status naturae congruentes, Cic. Fin. 5, 35: manières de se mouvoir et de se tenir conformes à la nature. b - taille, stature. - Stat. S. 1, 6, 58 ; Col. 1, 9, 3, etc. c - position du combattant. - statum alicujus conturbare, Quadr. d. Gell. 9, 13, 16: bousculer son adversaire. - statu hostes movere, Liv. 30, 18, 4: ébranler l'ennemi. - fig. animum certo de statu demovere, Cic. Caec. 42: faire perdre contenance à l'âme. - adversarios de statu omni dejicere, Cic. Or. 129: jeter les adversaires dans le désarroi, leur rendre impossible toute position de combat. --- cf. Cic. Par. 15. d - état, position, situation. - status vitae, Cic. Att. 10, 4, 1: situation sociale. - amplus status, Cic. Att. 3, 10, 2: situation considérable, haut rang. - in eo statu civitas est ut... Cic. Sest. 106: la cité est dans un état tel que... - status rei publicae, Cic. Fam. 3, 11, 4: l'état des affaires publiques. - quo in statu sim vides, Cic. Fam. 1, 11, 13: tu vois dans quel état je suis. - deteriore statu esse, Cic. Har. 61: être dans un état pire. - cf. Cic. Fam. 5, 16, 2 ; Phil. 13, 2, etc. - eo tum statu res erat ut... Caes. BG. 6, 12, 9: la situation [en Gaule] était alors la suivante. - statum caeli notare, Liv. 37, 12, 11: noter l'état du ciel. - cf. Lucr. 3, 292 ; Curt. 6, 4, 19. e - forme de gouvernement, régime. - status optimatium, Cic. Rep. 1, 68: le régime de l'aristocratie, gouvernement aristocratique. - status rei publicae, Rep. 1, 68: la forme du gouvernement. - status civitatis, Cic. Rep. 1, 33, etc.: g - bon état, stabilité, assiette solide. - rei publicae statum labefactare, Cic. Cat. 1, 3: ébranler la constitution de l'état. --- cf. Cic. Har. 41. - pro statu civitatis nullum vitae discrimem vitare, Cic. Sen. 20: ne reculer devant aucun danger pour maintenir l'existence de la cité. - cf. Cic. Cael. 70 ; Sull. 63. - multorum excisi status, Tac. An. 3, 28: beaucoup de situations furent ruinées. - status aetatis, Dig. 31, 1, 79: âge de la majorité [25 ans]. h - maintien, salut, conservation. - rei publicae statum labefactare, Cic. Cat. 1, 3: porter atteinte à la constitution de l'Etat. - optimus status civitatis, Cic. Rep. 1, 33: le meilleur statut pour la cité. - tu velim ad me de omni rei publicae statu quam diligentissime perscribas, Cic. Fam. 2, 11: je voudrais que tu m'écrives longuement et avec le plus grand soin possible à propos de l'ensemble de la situation politique. - qui status rerum fuerit tum cum has litteras dedi scire poteris ex C. Titio Strabone ? Cic. Fam. 12, 6, 1: quelle est la situation au moment où je donne cette lettre, tu pourras le savoir par C. Titius Strabon ? - deplorare temporum statum, Suet. Caes. 20: déplorer le malheur des temps. ii - position. - [rhét.] status = στάσις: position (que prend l'orateur pour repousser l'attaque de l'adversaire]. - cf. Cic. Top. 93; Part. 102; Tusc. 3, 79. - status causae ou status seul [ = constitutio Her. 1, 18 ; cf. Cic. Inv. 1, 10]: position de la question, point du débat, genre de cause, nature propre de la cause. - cf. Quint. 3, 6, passim. k - [gram.] mode du verbe. - Quint. 1, 5, 41; 9, 3, 11. m - [droit] condition, statut d'une personne, état juridique. - Dig. 1, 5, 21; 4, 5,. 11, etc.* * *Status, Adiectiuum. Plinius, Propter statos syderum cursus. Arrestez, Certains, Qui ne faillent point.\Stati dies. Plaut. Arrestez, Determinez.\Status dies. Plin. iun. Un certain jour, ou Jour de feste.\Status dies cum hoste. Cic. Assigné.\Stati reditus. Plin. iun. Domaine ou rente ou revenu immuable et certaine.\Statum sacrificium. Cic. Ordinaire, et qui se faisoit à jour nommé.\Status, huius status, m. g. Cic. Geste, Maintien, Contenance, Mine.\Scrofae laudantur longissimi status. Colum. De longue corpulence, Qui ont long corps.\Status apud Rhetores. Quintil. Le poinct, et le neud de la matiere.\Status, L'estat et condition.\Amittere statum vitae. Cic. L'heur et condition de vivre.\Collocare aliquem Reipub. statum. Cic. Asseurer la Republique en quelque honneste forme.\Collocare in statu amplissimo. Author ad Heren. Eslever en hault degré d'honneur.\Concidere ex amplo statu. Cicero. Tomber d'un grand estat et dignité.\Respub. in aliquo statu consistet. Cic. Elle s'arrestera et demourera ayant quelque forme.\Conuellere aliquem de statu. Cic. Troubler et mettre hors de son propos, Luy faire perdre contenance et constance.\Conuellere Reipub. statum. Cic. Troubler la tranquillité et police de la Republique.\Declinare de statu suo. Cicero. Faire autre chose qu'il n'appartient à son estat.\Deducere aliquem de statu vitae suae. Cic. Faire faire à aucun chose qu'il n'a accoustumé de faire.\Deiicere aduersarium de statu. Cic. Luy faire perdre la parolle, L'estonner et troubler.\Deterrere aliquem de statu suo. Brutus ad Ciceronem. Luy faire delaisser son entreprinse.\Dimouere de, vel ex statu. Cic. Troubler l'esprit.\Figere et fundare statum Reipub. Cicero. Asseurer l'estat d'une Republique.\Obtinere statum. Cic. Entretenir et garder tousjours une forme de vivre.\Tenere statum suum. Cic. Se maintenir tousjours en mesme estre.\Tueri statum suum. Cic. Contregarder et maintenir son estat.\Vertere Rempublicam in meliorem statum. Sueton. Reformer. B. Vide VERTO. -
14 sto
[st1]1 [-] sto, stāre, stĕti, part. fut. stātūrus: - intr. - - avec deux brèves - stĕtĕrunt (Prop. Virg. Ov.) a - être debout, se tenir droit, se dresser, être d'aplomb. - stare ad januam, Plaut.: se tenir debout à la porte. - steterunt comae, Virg.: ses cheveux se hérissèrent. - pulvere caelum stare vident, Virg. En. 12: on voit se dresser un nuage de poussière. - stans pede in uno, Hor.: se tenant debout sur un seul pied. - aeneus ut stes, Hor.: pour être debout en bronze (pour que tu aies ta statue de bronze). - stare de marmore, Virg.: avoir une statue de bronze. b - rester en place, être immobile, être fixe, être au repos, séjourner, stationner, s'arrêter, prendre fin. - ilico sta, Plaut.: arrête-toi tout de suite. - in eodem vestigio stabant, Curt.: ils restaient immobiles à la même place. - sanguis stetit, Sen. Oedip. 585: le sang s'est coagulé. - stant ora metu, Val. Fl. 4, 639: son visage se tient figé de crainte. - stantes aquae: eaux stagnantes; eaux calmes, mer calme. - stantes oculi, Ov.: yeux fixes. c - être solide, être en bon état, être sur un bon pied, durer, subsister, se maintenir, prospérer; rester en place, tenir bon, résister, tenir tête, rester fidèle à, se conformer à. - disciplinam militarem, qua stetit ad hanc diem Romana res, soluisti, Liv. 8: tu as brisé les liens de la discipline militaire, qui, jusqu'à ce jour, a fait la force de Rome. - nec domus ulla nec urbs stare poterit, Cic. Lael. 7: aucune maison, aucune ville ne pourront subsister. - stare promissis: [être constant du point de vue des promesses] = tenir ses promesses. - stare animo: être inébranlable. - stare conditionibus, Cic.: se conformer aux conditions. - stare in fide: rester fidèle à sa parole. - stetit in eadem sententia, Liv. 4: il maintint son point de vue. d - se tenir, être (en parl. d'un état permanent); être fini, être construit, être érigé (en parl. de constructions...). - inter sacrum saxumque stare, Plaut.: être entre l'enclume et le marteau. - stare (ad ancoram, in ancoris): être à l'ancre, mouiller. - stet Capitolium Fulgens, Hor. C. 3: que le Capitole apparaisse dans tout son éclat. - intra annum nova urbs stetit, Liv. 6: en moins d'un an, la nouvelle ville fut construite. - jam stabant Thebae, Ov. M. 3: déjà Thèbes s'élevait. - stabat opus, Ov. M. 11: l'ouvrage était achevé. - jam stare ratem, Val.-Flac.: (répandre le bruit) que le vaisseau est tout prêt. e - être à son poste (comme domestique); assister (en justice); être sous les armes, combattre pour, soutenir, être aux côtés de, être du parti de, être favorable à. - sto exspectans si quid mi imperent, Ter.: je suis là, attendant les ordres qu'elles ont à me donner. - stare cum gladiis, Cic.: se tenir armé. - stare in primis, Nep.: combattre aux premiers rangs. - stare ab (cum, pro) aliquo: être du parti de qqn, être avec qqn, être pour qqn, soutenir qqn. - diu pugna neutro inclinata stetit, Liv. 27: longtemps la bataille ne pencha en faveur de personne. - stare contra aliquem: être contre qqn. f - s'appuyer sur, ne pas s'écarter de, persévérer, s'attacher, s'en rapporter, s'en tenir à. - alicujus judicio stare: s'en tenir à l'avis de qqn. g - être fixé, être décidé, être arrêté, être résolu. - sic stat sententia: telle est ma décision. - Pa. Vide quid agas. Ph. Stat sententia, Ter.: Pa. Vois ce que tu dois faire. Ph. Ma résolution est prise. - mihi stat desinere: je suis résolu à cesser. - Hannibal, postquam ipsi sententia stetit pergere ire atque Italiam petere, advocata contione varie militum versat animos, Liv. 21, 30: Hannibal, une fois résolu à continuer sa route et à gagner l'Italie, ordonna le rassemblement et revira l'état d'esprit de ses soldats. - stat sententia tradere mecum patriam, Ov. M. 8: je suis décidé à livrer ma patrie avec moi. h - dépendre de, reposer sur, ne tenir qu'à. - per me stat ut: il dépend de moi que... - deserui tempestatibus, fluminibus, id est, non per me stetit, sed per illud, Quint.: je ne suis pas retourné au camp à cause des tempêtes, des fleuves, en d'autres termes, la faute n'en est pas à moi, mais à ces circonstances. - per me stat quominus (ne): il dépend de moi d'empêcher que. - per me non stat quin: il ne dépend pas de moi d'empêcher que. - Caesar ubi cognovit per Afranium stare, quominus proelio dimicaretur, Caes. BC. 1, 41: quand César eut appris qu’il dépendait d’Afranius [d‘empêcher que l’on en vînt aux mains] = d’empêcher d’en venir aux mains. - stetisse per Trebonium, quo minus oppido potirentur, videbatur, Caes. BC. 2, 13: apparemment, il dépendait de Trébonius de les empêcher de s'emparer de la place. - per me stetisse credere quominus haec fierent nuptiae, Ter.: croire qu'il n'a tenu qu'à moi d'éviter que ce mariage ait lieu. - avec infinitif - per eum non stetit parere, Dig.: il n'a pas été maître d'obéir. - omnis in Ascanio stat cura parentis, Virg. En. 1, 646: tous les soucis du père reposent sur Ascagne. ii - coûter. - avec abl. de prix - stare (= constare): coûter. - haud parvo stare: coûter cher. - stare magno: coûter cher. - heu quanto stetit...: hélas! combien a coûté...! - stare aliqua re alicui: coûter qqch à qqn. - multo sanguine ac vulneribus ea Poenis victoria stetit, Liv. 23: cette victoire coûta bien du sang et des pertes aux Carthaginois. [st1]2 [-] sto, arch.: c. isto → iste.* * *[st1]1 [-] sto, stāre, stĕti, part. fut. stātūrus: - intr. - - avec deux brèves - stĕtĕrunt (Prop. Virg. Ov.) a - être debout, se tenir droit, se dresser, être d'aplomb. - stare ad januam, Plaut.: se tenir debout à la porte. - steterunt comae, Virg.: ses cheveux se hérissèrent. - pulvere caelum stare vident, Virg. En. 12: on voit se dresser un nuage de poussière. - stans pede in uno, Hor.: se tenant debout sur un seul pied. - aeneus ut stes, Hor.: pour être debout en bronze (pour que tu aies ta statue de bronze). - stare de marmore, Virg.: avoir une statue de bronze. b - rester en place, être immobile, être fixe, être au repos, séjourner, stationner, s'arrêter, prendre fin. - ilico sta, Plaut.: arrête-toi tout de suite. - in eodem vestigio stabant, Curt.: ils restaient immobiles à la même place. - sanguis stetit, Sen. Oedip. 585: le sang s'est coagulé. - stant ora metu, Val. Fl. 4, 639: son visage se tient figé de crainte. - stantes aquae: eaux stagnantes; eaux calmes, mer calme. - stantes oculi, Ov.: yeux fixes. c - être solide, être en bon état, être sur un bon pied, durer, subsister, se maintenir, prospérer; rester en place, tenir bon, résister, tenir tête, rester fidèle à, se conformer à. - disciplinam militarem, qua stetit ad hanc diem Romana res, soluisti, Liv. 8: tu as brisé les liens de la discipline militaire, qui, jusqu'à ce jour, a fait la force de Rome. - nec domus ulla nec urbs stare poterit, Cic. Lael. 7: aucune maison, aucune ville ne pourront subsister. - stare promissis: [être constant du point de vue des promesses] = tenir ses promesses. - stare animo: être inébranlable. - stare conditionibus, Cic.: se conformer aux conditions. - stare in fide: rester fidèle à sa parole. - stetit in eadem sententia, Liv. 4: il maintint son point de vue. d - se tenir, être (en parl. d'un état permanent); être fini, être construit, être érigé (en parl. de constructions...). - inter sacrum saxumque stare, Plaut.: être entre l'enclume et le marteau. - stare (ad ancoram, in ancoris): être à l'ancre, mouiller. - stet Capitolium Fulgens, Hor. C. 3: que le Capitole apparaisse dans tout son éclat. - intra annum nova urbs stetit, Liv. 6: en moins d'un an, la nouvelle ville fut construite. - jam stabant Thebae, Ov. M. 3: déjà Thèbes s'élevait. - stabat opus, Ov. M. 11: l'ouvrage était achevé. - jam stare ratem, Val.-Flac.: (répandre le bruit) que le vaisseau est tout prêt. e - être à son poste (comme domestique); assister (en justice); être sous les armes, combattre pour, soutenir, être aux côtés de, être du parti de, être favorable à. - sto exspectans si quid mi imperent, Ter.: je suis là, attendant les ordres qu'elles ont à me donner. - stare cum gladiis, Cic.: se tenir armé. - stare in primis, Nep.: combattre aux premiers rangs. - stare ab (cum, pro) aliquo: être du parti de qqn, être avec qqn, être pour qqn, soutenir qqn. - diu pugna neutro inclinata stetit, Liv. 27: longtemps la bataille ne pencha en faveur de personne. - stare contra aliquem: être contre qqn. f - s'appuyer sur, ne pas s'écarter de, persévérer, s'attacher, s'en rapporter, s'en tenir à. - alicujus judicio stare: s'en tenir à l'avis de qqn. g - être fixé, être décidé, être arrêté, être résolu. - sic stat sententia: telle est ma décision. - Pa. Vide quid agas. Ph. Stat sententia, Ter.: Pa. Vois ce que tu dois faire. Ph. Ma résolution est prise. - mihi stat desinere: je suis résolu à cesser. - Hannibal, postquam ipsi sententia stetit pergere ire atque Italiam petere, advocata contione varie militum versat animos, Liv. 21, 30: Hannibal, une fois résolu à continuer sa route et à gagner l'Italie, ordonna le rassemblement et revira l'état d'esprit de ses soldats. - stat sententia tradere mecum patriam, Ov. M. 8: je suis décidé à livrer ma patrie avec moi. h - dépendre de, reposer sur, ne tenir qu'à. - per me stat ut: il dépend de moi que... - deserui tempestatibus, fluminibus, id est, non per me stetit, sed per illud, Quint.: je ne suis pas retourné au camp à cause des tempêtes, des fleuves, en d'autres termes, la faute n'en est pas à moi, mais à ces circonstances. - per me stat quominus (ne): il dépend de moi d'empêcher que. - per me non stat quin: il ne dépend pas de moi d'empêcher que. - Caesar ubi cognovit per Afranium stare, quominus proelio dimicaretur, Caes. BC. 1, 41: quand César eut appris qu’il dépendait d’Afranius [d‘empêcher que l’on en vînt aux mains] = d’empêcher d’en venir aux mains. - stetisse per Trebonium, quo minus oppido potirentur, videbatur, Caes. BC. 2, 13: apparemment, il dépendait de Trébonius de les empêcher de s'emparer de la place. - per me stetisse credere quominus haec fierent nuptiae, Ter.: croire qu'il n'a tenu qu'à moi d'éviter que ce mariage ait lieu. - avec infinitif - per eum non stetit parere, Dig.: il n'a pas été maître d'obéir. - omnis in Ascanio stat cura parentis, Virg. En. 1, 646: tous les soucis du père reposent sur Ascagne. ii - coûter. - avec abl. de prix - stare (= constare): coûter. - haud parvo stare: coûter cher. - stare magno: coûter cher. - heu quanto stetit...: hélas! combien a coûté...! - stare aliqua re alicui: coûter qqch à qqn. - multo sanguine ac vulneribus ea Poenis victoria stetit, Liv. 23: cette victoire coûta bien du sang et des pertes aux Carthaginois. [st1]2 [-] sto, arch.: c. isto → iste.* * *Sto, stas, steti, statum, stare, cui opponitur Sedere. Estre debout sur ses pieds, Estre en son estant.\Sta Charine. Plaut. Arreste, Demeure.\Dum ante ostium sto. Terent. Ce pendant que j'estoye devant l'huis.\Stant aduersis vestigiis contra nostra vestigia Antipodes. Cic. Marchent au contraire de nous.\Stare et Fugere, contraria. Cic. S'arrester, Ne bouger.\Qui si steterit idem, mihique paruerit, etc. Cic. S'il persevere et demeure tousjours en son propos.\Stat a Senatu. Cicero. Il tient le parti du Senat, Il tient pour le Senat.\Stat a causa bonorum. Cic. Il est du parti des gents de bien, Il tient pour eulx.\In acie stare. Plancus ad Ciceronem. Estre en armes au camp, prest touts les jours de combatre.\Stetit ad eam diem ciuitas illa Lycurgi legibus. Liu. Demoura sur bout, et à fleurs et duré, Demoura en son estre.\Stare ad curiam. Cic. Ne bouger du palais.\Ad verbera stare. Ouid. Prest à estre fessé.\In aequo alicui stare. Seneca. Estre egual à luy.\Animis stare. Cic. Avoir tousjours bon courage.\Animo stare, et Desipere, contraria. Horatius. Estre en son bon sens.\Authore certo stare. Liu. S'arrester au dire de certain homme, comme estant homme de foy, S'arrester à un certain autheur, et le croire.\Stare circum, pro Circunstare. Virgil. Estre à l'entour.\Conditionibus et conuentis stare. Cicero. Tenir l'offre qu'on a faicte.\Consilio alicuius stare. Liu. S'arrester au conseil d'aucun.\Contra aliquem stare. Virgilius. Luy estre contraire, Soustenir quelque querelle contre luy.\Quum is contra populi studium stetisset. Cicero. Eust tenu bon contre, etc.\Stare a mendacio contra verum. Cic. Soustenir une menterie contre la verité.\Conuentis stare. Cicero. Tenir l'accord et convention qu'on a faicte avec aucun.\Cum aliquo stare. Liu. Tenir le parti d'aucun, Luy favorizer.\AEquitas cum aduersario stat. Cic. Nostre partie adverse est fondee sur l'equité, Equité fait pour partie adverse.\Decreto Senatus stare. Caesar. Obeir à l'ordonnance.\Fabula dicitur stare. Terent. Quand elle plaist, et qu'elle est ouye, et qu'on l'escoute d'un bout à autre.\Fide stare. Liu. Tenir ou garder sa foy.\Stat parum fides apud eum. Plaut. Il ne tient point ce qu'il a promis, ou Il n'est pas fort loyal.\In fide stare. Cic. Tenir sa foy.\Fiducia belli stetit auxiliis Palladis. Virg. La fiance et esperance que les Grecs ont eu en ceste guerre n'a esté soustenue et maintenue que par l'aide de Pallas, Toute leur fiance gisoit sur l'aide de Pallas, Il n'ont eu fiance qu'en l'aide de Pallas.\Ad finem stare. Ouid. Durer jusques à la fin.\Firmum stare. Liu. Tenir bon, Estre ferme et constant.\Bene apud memores veteris stat gratia facti. Virgil. Le bon gré dure et persevere, Ils en scavent tousjours bon gré.\Tantisper tutela muliebri regnum puero stetit. Liuius. Son royaume luy demoura sauve.\In eo quod iudicatum est stare. Cic. S'accorder et obeir à la sentence, Acquiescer à ce qui est jugé.\In eo quod ostenderis, stes. Cic. Ne te desdi point et t'arreste à ce que tu as une fois voulu.\Spes et victoria stabat in ducibus. Silius. Consistoit et gisoit és capitaines.\Institutis alicuius seruandis stare dicitur vrbs. Cic. Demeurer en estre ou estat, Se maintenir.\Iudicio alicuius stare. Cic. S'arrester à son jugement, Le croire plustost qu'un autre.\Iudicata re stare. Cic. Obeir à la sentence du juge.\Iureiurando alicuius stare. Quintil. Se rapporter à son serment.\Ius exemplis stat. Liu. Le droict est prins sur ce qu'on a accoustumé de faire.\Loco stare. Columel. Ne bouger de sa place.\Stare meliore loco, per translationem. Cic. Estre en meilleur estat.\Opinione alicuius stare. Cic. S'arrester à l'opinion d'aucun.\Ordine stare. Quintil. Estre maintenu, et durer au moyen de l'ordre sans lequel tenir on periroit.\Pacto stare. Liuius. Garder et entretenir l'accord et convention qu'on a faicte avec aucun.\Pariter stare. Ouid. Estre ensemble.\Pede in vno stans. Horat. Estant debout sur un pied.\Per quos homines ordinesque steterim non ignoras. Cicero. J'ay esté sauvé et maintenu en mon estat.\Stat per me, per te, per illum quo minus id fiat. Plin. Quintil. Il tient à luy, Il a esté cause que ce n'a esté faict, C'est par luy.\Praelia stant mihi cum domina mea. Propert. Il n'y a point de guerre ne de noise entre elle et moy, Toute noise cesse entre elle et moy.\Pro aliquo stare. Quintil. Tenir le parti d'aucun, Luy favorizer.\Promissis stare. Cic. Tenir sa promesse.\Ratio et fortuna cum aliquo stat. Liu. Quand la raison et fortune font pour luy.\Sanguis stetit. Plin. iunior. Est estanché.\Ea omnes stant sententia. Plaut. Ils sont touts de ceste opinion.\Stat sententia, non minuere copias. Liu. J'ay conclu et arresté en moy de ne, etc.\In eadem sententia stare. Liu. Perseverer en son opinion.\Stare eodem statu. Cic. Demeurer en un mesme estat.\Suppliciter stare. Horat. Estre devant aucun les mains joinctes en requerant pardon.\Talo recto stare. Horat. Estre debout.\Verbis legis stare. Quintil. S'arrester aux mots de la loy, et les prendre à la rigueur.\Voluntate logis stare. Quintil. S'arrester à l'intention et volunté de la loy, et non point aux mots.\Multorum sanguine ac vulneribus ea Poenis victoria stetit. Liu. Ceste victoire cousta beaucoup de sang aux Carthaginiens, Il y eut grand sang respandu, et grand nombre de blessez des Carthaginiens, en sorte que la victoire leur fut bien cher vendue, La victoire leur cousta cher.\Magno ei stet ea nocte absentem fuisse. Gell. Il luy cousta beaucoup d'avoir, etc.\Stat illi res centum talentis. Liu. La chose luy couste cent talents.\Omnis in Ascanio chari stat cura parentis. Virgilius. Est en Ascanius.\Periculum vitae meae tuo stat periculo post mortem. Plaut. Gist en ton danger.\Stare. Cic. Demourer en estat.\Quum in Senatu pulcherrime staremus. Cicero. Nostre cas se portoit bien.\Stat conferre manum AEneae. Virgil. Cela est arresté en moy que je veulx, etc.\Neque adhuc stabat quo potissimum. Cic. Il n'estoit point encore arresté.\Modo stet nobis illud, vna viuere in studiis nostris. Cic. Pourveu que ce soit arresté entre nous.\Statur, impersonale. Terentius, Quid agitur? P. statur. Je suis icy debout sans rien faire.\Standum est epistolis Domitiani. Plin. iunior. Il se fault arrester aux epistres, de, etc. -
15 dur
dur, e [dyʀ]1. adjectiveb. [problème, travail, parcours] hard• dur à manier/croire hard to handle/believed. ( = sévère) hard ; [loi, critique] harsh• être dur avec or pour or envers qn to be hard on sbe. ( = insensible) [personne] hard2. adverb3. masculine noun► en dur4. feminine noun* * *
1.
dure dyʀ adjectif1) ( difficile à entamer) [matériau, pain, siège, matelas] hard; [viande] tough; ( rigide) [pinceau, poil, cuir, carton] stiff; [brosse à dents] hard; [plastique] rigid; [ressort] hard2) ( malaisé à manipuler) [fermeture, poignée, pédale] stiff; [direction, volant] heavy3) ( résistant) [personne]elle est dure à la tâche or au travail — she's a hard worker
4) ( anguleux) [profil, traits] hard5) ( blessant) [son, voix, ton, parole, lumière, couleur] harsh6) ( hostile) [visage, expression] severe7) ( intransigeant) [parents, patron] ( en général) hard; ( à l'occasion) harsh; [régime] hard; [faction, politique] hardline (épith)il est très dur avec ses élèves — ( comme défaut) he's very hard on his pupils
il est dur mais juste — ( comme qualité) he's tough but fair
la droite/gauche dure — the hard Right/Left
8) ( contraignant) [loi naturelle, conditions de vie] harsh; [conditions de crédit, termes de sécurité] tough9) ( éprouvant) [métier] gén hard; ( physiquement) tough; [climat, nécessité] harsh; [concurrence, sport, ascension] hard, tough10) ( difficile) [examen, problème] hard11) ( sans fard) [film, reportage] hard-hitting (épith)12) ( calcaire) [eau] hard
2.
nom masculin, féminin1) ( personne solide) tough nut (colloq)
3.
adverbe [travailler, frapper] hard
4.
nom masculin permanent structure
5.
à la dure locution adverbiale the hard way••être dur d'oreille — (sl) to be hard of hearing
avoir la tête dure — ( obstiné) to be stubborn; ( obtus) to be dense
avoir la vie dure — [insectes] to be difficult to get rid of; [habitude, préjugé] to die hard
* * *dyʀ dur, -e1. adj1) (pierre, siège) hard, (viande) tough2) (travail, problème) hard3) (lumière, voix, climat) harsh4) (= sévère) (= maître) hard, (= discipline) harsh5) (= cruel) hard, hard-hearted6) (porte, col) stiff2. adv3. nm/f(= personne) tough guy4. nmen dur (bâtiment, installations) ; une construction en dur — a permanent structure
5. nfà la dure [élever un enfant] — the hard way, [dormir] rough
sur la dure [dormir] — rough
* * *A adj3 ( rigide) [pinceau, poil, cuir, carton] stiff; [brosse à dents] hard; [plastique] rigid; [ressort] hard;4 ( sans confort) [banquette, siège, matelas] hard;5 ( malaisé à manipuler) [fermeture, poignée, pédale] stiff; [direction, volant] heavy; dur à ouvrir/tourner hard to open/to turn;6 ( résistant) [personne] dur au mal tough; elle est dure à la fatigue she doesn't tire easily; elle est dure à la tâche or au travail she's a hard worker; elle est dure à la douleur she can stand a lot of pain;8 ( blessant) [son, voix, ton, parole, lumière, couleur] harsh; il n'y a pas de mots assez durs pour condamner… there are no words harsh enough to condemn…;9 ( hostile) [visage, expression] severe; elle lui a jeté un regard dur she gave him/her a severe look;10 ( intransigeant) [parents, patron] ( en général) hard; ( à l'occasion) harsh; [régime] hard; [faction, politique] hardline ( épith); il est très dur avec ses élèves ( comme défaut) he's very hard on his pupils; il est dur mais juste ( comme qualité) he's tough but fair; la droite/gauche dure the hard Right/Left; ⇒ noyau;11 ( contraignant) [loi naturelle, conditions de vie] harsh; [conditions de crédit, termes de sécurité] tough;12 ( éprouvant) [métier] gén hard ( physiquement) tough; [climat, nécessité] harsh; [concurrence, sport, ascension] hard, tough; cela a été une dure épreuve it was quite an ordeal; l'hiver a été très dur cette année it's been a very hard winter this year; le plus dur sera de faire the hardest thing will be to do; le plus dur est passé/reste à faire the hardest part is over/is still to come; il a fait le plus dur du travail hier he did the hardest part of the work yesterday; c'est dur de se lever si tôt it's hard to get up so early; ce fut très dur pour lui de faire it was very hard for him to do; c'est la dure réalité it's the grim reality; les temps sont durs times are hard; dur, dur○! it's tough!;13 ( difficile) [examen, problème] hard; pour moi, le plus dur c'est la syntaxe for me, the hardest thing is syntax; dur à hard to; dur à résoudre/admettre hard to solve/admit; il est dur à supporter he's heavy going;15 ( calcaire) [eau] hard;18 Naut [mer] choppy.B nm,f1 ( personne solide) tough nut○, tough cookie○; jouer les durs to act tough; c'est un dur de durs he's a real tough nut○;C adv [travailler, frapper] hard; ça tape dur aujourd'hui○ [soleil] it's boiling hot today; ça grimpe○ dur! it's a hell○ of a climb!; ⇒ fer.D nm permanent structure; construire en dur to build a permanent structure; construction en dur permanent structure.F dures nfpl en faire voir de dures à ses parents to give one's parents a hard time; en dire de dures à qn to say cruel things to sb.dur à cuire tough nut○ ou cookie○.dur comme (de la) pierre [objet] rock-hard ( épith); [cœur, personne] as hard as nails; être dur d'oreille or de la feuille◑ to be hard of hearing; avoir la tête dure ( obstiné) to be stubborn; ( obtus) to be dense; avoir la vie dure [insectes] to be difficult to get rid of; [habitude, préjugé] to die hard; elle a la vie dure ( pas facile) she has a hard life; ( résistante) she keeps hanging on; mener la vie dure à qn to give sb a hard time; la vie est dure it's a hard life.dur comme du bois ou le marbre ou le roc rock-hardle plus dur dans l'histoire, c'est de comprendre ce qui s'est passé the hardest part of the whole business is understanding what really happened3. [pénible à supporter - climat] harshdur dur (familier) : pas de congé?/plus de café? dur dur! no time off?/no coffee left? that's a blow!4. [cruel]ne sois pas dur avec lui don't be nasty to ou tough on him5. [rude, froid] harsh6. [endurci] toughil est dur au travail ou à l'ouvrage he's a hard workeravoir le cœur dur to have a heart of stone, to be hardhearted7. [intransigeant] hardla droite/gauche dure the hard right/left————————, dure [dyr] nom masculin, nom féminin————————adverbe1. [avec force] hardil a tapé ou frappé dur he hit hardil travaille dur sur son nouveau projet he's working hard ou he's hard at work on his new projectil croit dur comme fer qu'elle va revenir he believes doggedly ou he's adamant that she'll come back2. [avec intensité]————————dures nom féminin pluriel(familier) [histoires, moments]————————à la dure locution adverbiale————————en dur locution adjectivaleconstruction/maison en dur building/house built with non-temporary materials————————sur la dure locution adverbiale -
16 mind
mind [maɪnd]esprit ⇒ 1 (a), 1 (b), 1 (e)-(g) attention ⇒ 1 (c) avis ⇒ 1 (h) faire attention à ⇒ 2 (a)-(c) déranger ⇒ 1 (d) garder ⇒ 2 (e) faire attention ⇒ 3 (c)1 noun∎ the power of mind over matter le pouvoir de l'esprit sur la matière;∎ to be strong in mind and body être physiquement et mentalement solide;∎ to be of sound mind être sain d'esprit;∎ to be/to go out of one's mind être/devenir fou(folle);∎ are you out of your mind?, you must be out of your mind! est-ce que tu as perdu la tête?;∎ he was out of his mind with worry il était fou d'inquiétude;∎ he isn't in his right mind il n'a pas tous ses esprits;∎ no one in their right mind would do such a thing aucune personne sensée n'agirait ainsi;∎ to be bored out of one's mind mourir d'ennui∎ such a thought had never entered his mind une telle pensée ne lui était jamais venue à l'esprit;∎ there's something on her mind il y a quelque chose qui la tracasse;∎ I have a lot on my mind j'ai beaucoup de soucis;∎ what's going on in her mind? qu'est-ce qui se passe dans son esprit ou sa tête?;∎ at the back of one's mind au fond de soi-même;∎ at the back of my mind was the fear that we would arrive too late au fond de moi-même, je craignais que nous n'arrivions trop tard;∎ to put sth to the back of one's mind chasser qch de son esprit;∎ I just can't get him out of my mind je n'arrive absolument pas à l'oublier;∎ to have sb/sth in mind penser à qn/qch de précis;∎ the person I have in mind la personne à laquelle je pense;∎ who do you have in mind for the role? à qui songez-vous pour le rôle?, qui avez-vous en vue pour le rôle?;∎ what kind of holiday did you have in mind? qu'est-ce que tu voulais ou voudrais faire pour les vacances?;∎ I had something smaller in mind je pensais à quelque chose de plus petit;∎ you must put the idea out of your mind tu dois te sortir cette idée de la tête;∎ put it out of your mind n'y pensez plus;∎ to set one's mind on doing sth se mettre en tête de faire qch;∎ to have one's mind set on sth vouloir qch à tout prix;∎ a drink will take your mind off the accident bois un verre, ça te fera oublier l'accident;∎ to put or set sb's mind at rest rassurer qn;∎ to see things in one's mind's eye bien se représenter qch;∎ it's all in your mind! tu te fais des idées!;∎ it's all in the mind tout ça, c'est dans la tête∎ to give one's whole mind to sth accorder toute son attention à qch;∎ I can't seem to apply my mind to the problem je n'arrive pas à me concentrer sur le problème;∎ I'm sure if you put your mind to it you could do it je suis sûr que si tu essayais vraiment, tu pourrais le faire;∎ keep your mind on the job ne vous laissez pas distraire;∎ your mind is not on the job tu n'as pas la tête à ce que tu fais;∎ she does crosswords to keep her mind occupied elle fait des mots croisés pour s'occuper l'esprit;∎ American don't pay him any mind ne fais pas attention à lui∎ my mind has gone blank j'ai un trou de mémoire;∎ it brings to mind the time we were in Spain cela me rappelle l'époque où nous étions en Espagne;∎ Churchill's words come to mind on pense aux paroles de Churchill;∎ it went clean or right out of my mind cela m'est complètement sorti de l'esprit ou de la tête;∎ to put sb in mind of sb/sth rappeler qn/qch à qn;∎ it puts me in mind of Japan cela me fait penser au Japon, cela me rappelle le Japon;∎ to bear or keep sth in mind (think about) songer à qch; (take into account) tenir compte de qch; (not forget) ne pas oublier qch, garder qch à l'esprit;∎ we must bear in mind that she is only a child il ne faut pas oublier que ce n'est qu'une enfant;∎ I'll bear it in mind (what you suggested) je prends note;∎ it must have slipped my mind j'ai dû oublier;∎ familiar to have a mind like a sieve avoir (une) très mauvaise mémoire□ ;∎ British time out of mind I've warned him not to go there cela fait une éternité que je lui dis de ne pas y aller(e) (intellect) esprit m;∎ she has an outstanding mind elle est d'une très grande intelligence;∎ he has the mind of a child il a l'esprit d'un enfant(f) (intelligent person, thinker) esprit m, cerveau m;∎ the great minds of our century les grands esprits ou cerveaux de notre siècle;∎ proverb great minds think alike(, fools seldom differ) les grands esprits se rencontrent;∎ humorous how about a drink? - great minds think alike! si on prenait une verre? - les grands esprits se rencontrent!∎ the Western mind la pensée occidentale;∎ I haven't got a scientific mind je n'ai pas l'esprit scientifique;∎ you've got a dirty mind! tu as l'esprit mal placé!;∎ she has a nasty mind elle voit le mal partout;∎ he has a suspicious mind il est soupçonneux de nature;∎ it's probably just my suspicious mind but I don't trust him c'est probablement que je suis trop suspicieux ou soupçonneux, mais je n'ai pas confiance en lui∎ to be of the same or of like or of one mind être du même avis;∎ they're all of one or the same mind ils sont tous d'accord ou du même avis;∎ to know one's own mind savoir ce qu'on veut;∎ you've got a mind of your own tu peux décider toi-même;∎ the car seemed to have a mind of its own la voiture semblait faire ce que bon lui semblait;∎ to my mind,… à mon avis,…, selon moi,…;∎ I'm in two minds about where to go for my holidays je ne sais pas très bien où aller passer mes vacances;∎ I'm in two minds about going je ne sais pas si je vais y aller;∎ to make up one's mind se décider, prendre une décision;∎ make up your mind! décidez-vous!;∎ I can't make up your mind for you je ne peux pas décider à ta place;∎ my mind is made up ma décision est prise;∎ to make up one's mind about sth décider qch;∎ to make up one's mind to do sth se décider à faire qch;∎ she's made up her mind to move house elle s'est résolue à déménager∎ I've half a mind to give up j'ai presque envie de renoncer;∎ I've a good mind to tell him what I think j'ai bien envie de lui dire ce que je pense∎ nothing was further from my mind je n'en avais nullement l'intention;∎ I've had it in mind for some time now j'y songe depuis un moment(a) (pay attention to) faire attention à;∎ he didn't mind my advice il n'a pas fait attention à ou n'a pas écouté mes conseils;∎ mind your own business! occupe-toi de ce qui te regarde!, mêle-toi de tes oignons!;∎ mind your language! surveille ton langage!;∎ to mind one's manners se surveiller;∎ mind the step (sign) attention à la marche;∎ mind the cat! attention au chat!;∎ mind what you say (pay attention) réfléchissez à ou faites attention à ce que vous dites; (don't be rude) mesurez vos paroles;∎ mind what you're doing! regarde ce que tu fais!;∎ would you mind where you're putting your feet, please? est-ce que tu peux faire attention où tu mets les pieds, s'il te plaît?;(b) (be sure that) faire attention à;∎ mind you write to him! n'oubliez pas de lui écrire!;∎ mind you don't fall! faites attention de ne pas tomber!;∎ mind you don't forget n'oubliez surtout pas;∎ mind you don't break it fais bien attention de ne pas le casser;∎ mind you're not late! faites en sorte de ne pas être en retard!;∎ mind you post my letter n'oubliez surtout pas de poster ma lettre(c) (concern oneself with) faire attention à, s'inquiéter de ou pour;∎ don't mind me, I'll just sit here quietly ne vous inquiétez pas de moi, je vais m'asseoir ici et je ne dérangerai personne;∎ don't mind him, he's always like that ne fais pas attention à lui, il est toujours comme ça;∎ ironic don't mind me, I only live here! je t'en prie, fais comme chez toi!;∎ I really don't mind what he says/thinks je me fiche de ce qu'il peut dire/penser∎ I don't mind him il ne me dérange pas;∎ I don't mind the cold le froid ne me gêne pas;∎ I don't mind trying je veux bien essayer;∎ you don't mind me using the car, do you? - I mind very much cela ne te dérange pas que je prenne la voiture? - cela me dérange beaucoup;∎ do you mind going out when the weather's cold? est-ce que cela vous ennuie de sortir quand il fait froid?;∎ do you mind me smoking? cela ne vous ennuie ou dérange pas que je fume?;∎ did you mind me inviting her? tu aurais peut-être préféré que je ne l'invite pas?, ça t'ennuie que je l'aie invitée?;∎ would you mind turning out the light, please? est-ce que tu peux éteindre la lumière, s'il te plaît?;∎ how much do you earn, if you don't mind my or me asking? combien est-ce que vous gagnez, sans indiscrétion?;∎ I wouldn't mind having his salary ça ne me dérangerait pas de gagner autant que lui;∎ I wouldn't mind a cup of tea je prendrais bien ou volontiers une tasse de thé(e) (look after → children) garder; (→ bags, possessions) garder, surveiller; (→ shop, business) garder, tenir; (→ plants, garden) s'occuper de, prendre soin de;∎ can you mind the house for us while we're away? (watch) pouvez-vous surveiller la maison pendant notre absence?; (look after) pouvez-vous vous occuper de la maison pendant notre absence?∎ mind (you), I'm not surprised remarque ou tu sais, cela ne m'étonne pas;∎ mind you, he's a bit young ceci dit, il est un peu jeune;∎ mind you, I've always thought he was a bit strange remarquez, j'ai toujours trouvé qu'il était un peu bizarre;∎ but, mind you, it was late mais, voyez-vous, il était tard;∎ never mind that now (leave it) ne vous occupez pas de cela tout de suite; (forget it) ce n'est plus la peine de s'en occuper;∎ never mind the consequences ne vous préoccupez pas des conséquences, peu importent les conséquences;∎ never mind what people say/think peu importe ce que disent/pensent les gens;∎ never mind his feelings, I've got a business to run! je me moque de ses états d'âme, j'ai une entreprise à diriger!;∎ never mind him, just run for it! ne t'occupe pas de lui, fonce!(a) (object → in requests)∎ do you mind if I open the window? cela vous dérange si j'ouvre la fenêtre?;∎ would you mind if I opened the window? est-ce que cela vous dérangerait si j'ouvrais la fenêtre?;∎ do you mind if I smoke? est-ce que cela vous gêne ou dérange que je fume?;∎ I don't mind in the least cela ne me dérange pas le moins du monde;∎ if you don't mind si vous voulez bien, si vous n'y voyez pas d'inconvénient;∎ I can't say I really mind je ne peux pas dire que cela m'ennuie ou me dérange vraiment;∎ do you mind if I take the car? - of course I don't mind est-ce que cela vous ennuie que je prenne la voiture? - bien sûr que non;∎ familiar I don't mind if I do (in reply to offer) je ne dis pas non, ce n'est pas de refus(b) (care, worry)∎ I don't mind if people laugh at me - but you should mind! je ne me soucie guère que les gens se moquent de moi - mais vous devriez!;∎ if you don't mind, I haven't finished si cela ne vous fait rien, je n'ai pas terminé;∎ do you mind? (politely) vous permettez?;∎ ironic do you mind! (indignantly) non mais!;∎ never you mind! (don't worry) ne vous en faites pas!; (mind your own business) ce n'est pas votre affaire!;∎ never mind about the money now ne t'en fais pas pour l'argent, on verra plus tard∎ mind when you cross the road fais attention en traversant la route;∎ mind! attention!►► mind reader voyant(e) m,f;∎ he must be a mind reader il lit dans les pensées comme dans un livre;∎ I'm not a mind reader je ne suis pas devin;Marketing mind share part f de notoriétéBritish faire attention;∎ mind out! attention!;∎ mind out for the rocks! attention aux rochers! -
17 être
1. vêtre aux abois — см. aux abois
être à l'abri — см. à l'abri
être aux aguets — см. aux aguets
être en arrêt devant... — см. tomber en arrêt devant...
être baba — см. demeurer baba
être du balai — см. faire balai
être en commerce avec... — см. avoir commerce avec...
être jusqu'au cou dans... — см. jusqu'au cou dans...
être sous la coupe de... — см. sous la coupe de...
être au courant — см. au courant
être dans la croyance que... — см. avoir la croyance que...
être en dèche — см. battre la dèche
être en désordre — см. en désordre
être l'eau — см. ne pas valoir cher
être sans écho — см. sans écho
être face à face — см. face à face
être aux gages — см. aux gages
être en goguette — см. en goguette
être d'hier — см. dater d'hier
être en bonne intelligence avec... — см. en bonne intelligence avec...
être la joie de... — см. faire la joie de...
être en nage — см. en nage
être de nature à... — см. être de nature à
être à la nonne — см. faire nonne
être sous l'œil — см. sous l'œil
être sur orbite — см. sur orbite
être à la page — см. à la page
être au pair — см. au pair
être en panne — см. rester en panne
être au piquet — см. au piquet
être sur le point de... — см. sur le point de...
être sur le pont — см. sur le pont
être de quart — см. faire le quart
être en quête — см. en quête
être au sac — см. avoir le sac
être en serre — см. faire le serre
être pris de taf — см. avoir le taf
être en taule — см. en taule
être dans son tort — см. avoir tort
être en train de... — см. être en retard d'un train
être à la voie — см. avoir la voie
être sous voiles — см. faire voile
- être à- l'être- en être- y être- être là- c'en est- c'est à- il l'est- être bon- et fier de l'être- être gai- être là- être mal- être mûr- être off- être OK- être paf- être soi2. m -
18 твърд
прил 1. solide; твърдо, течно и въздухообразно състояние état solide, liquide, gazeux; твърдо тяло corps solide; 2. dur, e; твърд хляб pain dur; твърдо яйце њuf dur; 3. прен ferme, inébranlable, courageux, euse, qui ne bronche pas; твърд пред опасността ferme en face du danger; 4. фин stable; твърди цени des prix stables а спя на твърдата (голата) земя coucher sur la dure; твърда (варовита) вода eau dure; имам твърда глава avoir la tête dure; твърда съгласна consonne dure; твърд като камък dur comme pierre. -
19 caboche
(colloq) kabɔʃ nom féminin ( tête) head* * *caboche nf1 ○( tête) nut○, head; avoir la caboche solide to have a thick skull; mets-toi ça dans la caboche get that into your thick skull;2 ( clou de chaussure) hobnail.[kabɔʃ] nom féminin2. [clou] hob-nail -
20 mettre
mettre [mεtʀ]━━━━━━━━━━━━━━━━━━➭ TABLE 561. <━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque mettre s'emploie dans des expressions telles que mettre qch en place, se mettre à table, reportez-vous à l'autre mot.━━━━━━━━━━━━━━━━━a. ( = placer) to put• où mets-tu tes verres ? where do you keep your glasses?► mettre qch à (+ infinitif)• mettre du linge à sécher (à l'intérieur) to hang washing up to dry ; (à l'extérieur) to hang washing out to dryb. ( = revêtir) to put onc. ( = consacrer) to take• il y a mis le temps ! he's taken his time!• je suis prêt à mettre 500 € I'm willing to give 500 eurosd. ( = faire fonctionner) to put one. ( = installer) [+ eau] to lay on ; [+ placards] to put in ; [+ étagères, rideaux] to put up ; [+ moquette] to layf. ( = supposer) mettons que je me sois trompé let's say I've got it wrong• si un pays, mettons la Norvège, décide... if a country, Norway say, decides...• va te faire mettre ! (vulg!) fuck off! (vulg!)2. <a. ( = se placer) [objet] to go• il y a un bout de métal qui s'est mis dans l'engrenage a piece of metal has got caught in the worksb. ( = s'habiller) se mettre en short to put on a pair of shortsc. ( = s'ajouter) il s'est mis de l'encre sur les doigts he's got ink on his fingersd. ( = se grouper) ils se sont mis à plusieurs pour pousser la voiture several of them joined forces to push the car• se mettre avec qn ( = faire équipe) to team up with sb ; (en ménage) (inf) to move in with sb (inf)e. ( = commencer) to start• qu'est-ce que tu es énervant quand tu t'y mets ! (inf) you can be a real pain once you get started! (inf)► se mettre à + nom• il s'est bien mis à l'anglais he's really taken to English► se mettre à + infinitif• voilà qu'il se met à pleuvoir ! and now it's starting to rain!* * *mɛtʀ
1.
1) (placer dans un endroit, une position) to put2) ( projeter involontairement) to drop [confiture, beurre] ( sur on); to spill [liquide, poudre] ( sur on)3) ( placer sur le corps) to put on [écharpe, fard]4) ( placer dans le corps) to put in5) ( porter habituellement sur le corps) to wear6) (placer dans une situation, un état)7) ( classer)mettre quelque chose avant tout le reste or au-dessus de tout — to put something
8) ( disposer)9) ( faire fonctionner)mettre la radio/les nouvelles — to put the radio/the news on
mets plus/moins fort! — turn it up/down!
10) ( installer) to put in [chauffage, douche, téléphone, placard]; to put up [rideau, lustre, étagère]mettre du carrelage/de la moquette — to lay tiles/a carpet
faire mettre de la moquette — ( dans plusieurs pièces) to have carpets laid
11) ( écrire) to put up [inscription]il met que tout va bien — ( dans une lettre) he says ou writes that everything's fine
mettre au passif/en anglais — to put into the passive/into English
est-ce qu'on met un trait d'union à ‘multinational’? — is there a hyphen in ‘multinational’?
mettez le pronom qui convient — ( remplacez) replace with the appropriate pronoun; ( bouchez les trous) insert the appropriate pronom
13) ( consacrer)14) (investir, dépenser) to put [argent] (dans, sur into)combien pouvez-vous mettre? — ( pour acheter) how much can you afford?; ( pour contribuer) how much can you put in?
mettre un temps fou — (colloq) to take ages (colloq)
16) (colloq) ( vendre)17) ( attribuer) to give [note]18) (colloq) ( dire)mettons dix dollars/à dix heures — let's say ten dollars/at ten
19) (colloq) ( supposer)20) (sl) ( ficher)tu peux te le mettre où je pense or quelque part — you know where you can put it (colloq)
2.
verbe intransitifmettre bas — gén [vache] to calve; [brebis] to lamb; [jument] to foal
3.
se mettre verbe pronominal1) (se placer dans un endroit, une position)se mettre devant la fenêtre — ( debout) to stand in front of the window; ( assis) to sit down in front of the window
2) ( projeter involontairement sur soi) to spill [something] on oneself [liquide, poudre]3) ( placer sur son corps) to put on [veste, fard]4) ( placer dans son corps) to put in5) ( commencer)6) ( tourner)le temps s'est mis au froid/à la pluie — the weather has turned cold/to rain
7) (se placer dans une situation, un état)on va se mettre ensemble — (colloq) ( sous le même toit) we're going to live together
8) ( s'habiller)9) ( se grouper)* * *mɛtʀ vt1) (= placer) to putmettre en sac — to put in bags, to put in sacks
mettre qch à la poste — to post sth Grande-Bretagne to mail sth USA
mettre qn en examen pour qch — to charge Grande-Bretagne sb with sth, to indict USA sb for sth
2) [vêtements] (= revêtir) to put on, (= porter) to wearMets ton gilet. — Put your cardigan on.
Je mets mon manteau et j'arrive. — I'll put on my coat and then I'll be ready.
Je ne mets plus mon manteau. — I no longer wear my coat.
Elle ne met pas souvent de jupe. — She doesn't often wear a skirt.
3) (= faire fonctionner) [chauffage, électricité] to put on, [réveil, minuteur] to setIl fait froid, je vais mettre le chauffage. — It's cold, I'm going to put the heating on.
4) (= installer) [gaz, eau] to put in, to lay onfaire mettre le gaz — to have gas put in, to have gas installed
faire mettre l'électricité — to have electricity put in, to have electricity installed
5) (= consacrer)mettre du temps à faire qch — to take time to do sth, to take time over sth
mettre 2 heures à faire qch — to take 2 hours to do sth, to take 2 hours over sth
Elle met des heures à se préparer. — She takes hours to get ready.
6) (= noter, écrire) to putmettez les mots suivants au pluriel:... — put the following words into the plural:...
7) (= supposer)mettons que... — let's suppose that..., let's say that...
* * *mettre verb table: mettreA vtr1 (placer dans un endroit, une position) to put [chose, partie du corps, personne]; mettre un vase sur la table/des bûches dans la cheminée/le vin au frais to put a vase on the table/logs on the fire/the wine in a cool place; j'ai mis ta voiture au garage I've put your car in the garage for you; mettre les pieds sur la table/les mains sur la tête to put one's feet on the table/one's hands on one's head; mettre les mains en l'air/un timbre à l'envers to put one's hands up/a stamp on upside down; on m'a mis devant/tout au fond they put me at the front/right at the back; je l'ai mise sur ses pieds I put her on her feet; je mets les enfants à la crèche I send the children to a creche; il m'a mis en bas de chez moi he dropped me off outside my door; on m'a mis debout they stood me up; nous l'avons mise à l'hôtel we put her up at the hotel;2 ( projeter involontairement) to drop [solide]; to spill [liquide, poudre]; mettre de la confiture sur le tapis to drop jam on the carpet; mettre de la colle/farine partout to spill glue/flour all over the place;3 ( placer sur le corps) to put on [vêtement, bijou, maquillage, lunettes, préservatif, serviette]; mets ton écharpe put your scarf on; je vais mettre du mascara I'll put some mascara on;4 ( placer dans le corps) to put in [tampon, suppositoire, plombage]; on m'a mis un plombage I had a filling;5 ( porter habituellement sur le corps) to wear [lunettes, type de vêtement, parfum]; dans mon école les garçons mettent des cravates in my school boys wear ties; je ne mets jamais de chapeau I never wear a hat;6 (placer dans une situation, un état) mettre qn dans une situation embarrassante to put sb in an embarrassing situation; mettre qn en colère/en joie to make sb angry/happy; mettre qn en fureur to enrage sb; mettre qn au désespoir to drive sb to despair; mettre qn de bonne/mauvaise humeur to put sb in a good/bad mood; tu me mets hors de moi you infuriate me; mettre qn à la chaîne/à la reliure to put sb on the assembly line/on binding; mettre qn au travail to put sb to work; mettre qn au piano/au latin to start sb on the piano/on Latin; mettre les enfants à regarder la télévision to put the children in front of the television; si vous nous quittez, on mettra quelqu'un d'autre if you leave us, we'll find somebody else; mettre le riz à cuire to put the rice on; mettre le linge à sécher to put the washing out to dry;7 ( classer) mettre la famille avant tout le reste to put one's family first; mettre ses études au-dessus de tout to put one's studies first; je le mets au premier rang de tous les écrivains I rank him the best writer of all;8 ( disposer) mettre les assiettes to put the plates on the table; mettre les verres/la moutarde/un cendrier to put out the glasses/the mustard/an ashtray; mettre les chaises/une autre chaise to bring chairs/another chair; mettre une nappe to put on a tablecloth; je t'ai mis des draps propres I've put clean sheets on for you;9 ( faire fonctionner) mettre la radio/la télévision/le chauffage to put the radio/the television/the heating on; mettre les nouvelles/la deuxième chaîne to put the news/channel 2 on; mettre plus fort to turn up [appareil]; mettre moins fort to turn down [appareil]; mets plus/moins fort! turn it up/down!; mettre les essuie-glaces/les phares to switch on ou put on the windscreen GB ou windshield US wipers/the headlights; mettre le réveil to set the alarm; mettre le verrou to bolt the door; mettre le loquet to latch the door;10 ( installer) to put in [chauffage, douche, téléphone, placard]; to put up [rideau, lustre, étagère]; faire mettre le téléphone to have a telephone put in; je t'ai mis une prise I've put in a socket for you; mettre de la moquette to lay a carpet; faire mettre de la moquette ( dans une pièce) to have a carpet laid; ( dans plusieurs pièces) to have carpets laid; mettre du carrelage to lay tiles;11 ( écrire) to put up [inscription]; ils ont mis des graffiti partout/sur la colonne they've put graffiti everywhere/on the column; il met que tout va bien ( dans une lettre) he says ou writes that everything's fine; qu'est-ce que je dois mettre? what shall I put?; mettre au passif/au singulier to put into the passive/into the singular; mettre en vers to put into verse; je t'ai mis un mot I've left you a note; est-ce qu'on met un trait d'union à ‘multinational’? is there a hyphen in ‘multinational’?; il faut mettre un trait d'union you must put a hyphen in; mettre sa signature sur un document to put one's signature to a document; mettez votre signature ici sign here; mettez le pronom qui convient ( remplacez) replace with the appropriate pronoun; ( bouchez les trous) insert the appropriate pronom; mettre en musique to set to music; mettre en anglais to put into English; mettre son brouillon au propre or au net to write out ou up one 's notes;12 ( ajouter) to add [ingrédient] (dans to); to put [accessoire, élément décoratif]; mettre du sel dans la soupe to put some salt in the soup; mettre un peu de piment dans un récit to add a little spice to a story; mettre une sonnette à son vélo/des pompons à ses pantoufles to put a bell on one's bicycle/pompoms on one's slippers; mettre une radio à sa voiture/une doublure à sa veste to put a radio in one's car/a lining in one's jacket;13 ( consacrer) mettre tout son cœur dans son travail to put one's heart into one's work; y mettre du sien to put oneself into it; mettre toute son énergie à essayer de comprendre to put all one's energy into trying to understand; mettre des moyens importants au service d'une cause to use all possible means to further a cause; mettre de la rigueur dans sa démarche to become more thorough in one's approach;14 (investir, dépenser) to put [argent] (dans, sur into); mettre tout son argent dans son commerce to put all one's money into one's business; j'ai tout mis sur le pétrole I've put everything into oil; il a tout mis sur un cheval/une équipe he's put everything on a horse/a team; combien pouvez-vous mettre? ( pour acheter) how much can you afford?; ( pour contribuer) how much can you put in?;15 ( prendre) [activité] to take [heures, jours, années] (pour faire to do); elle a bien mis une heure it took her easily an hour; mettre un temps fou○ to take ages○;16 ○( vendre) je vous mets des tomates? would you like some tomatoes?; je vous en mets combien? deux, trois? how many would you like? two, three?;17 ○( attribuer) je vous ai mis trois sur vingt I've given you three out of twenty;18 ○( battre) ils nous ont mis trois à zéro they beat us three nil GB ou three to nothing US; je lui ai mis une gifle I gave him/her a slap (across the face); tu veux que je te mette mon poing sur la figure? do you want my fist in your face○?; qu'est-ce qu'il m'a mis! what a thrashing○ he gave me!;20 ○( dire) mettons dix dollars/à dix heures let's say ten dollars/at ten;21 ○( supposer) mettons qu'il vienne, qu'est-ce que vous ferez? supposing ou say he comes, what will you do?;22 ◑( ficher) tu peux te le mettre où je pense or quelque part you know where you can put○ it ou stick◑ it; va te faire mettre get stuffed◑!B vi Vét, Zool mettre bas gén to give birth, to drop; [vache] to calve; [brebis] to lamb; [jument] to foal.C se mettre vpr1 (se placer dans un endroit, une position) se mettre devant la fenêtre ( debout) to stand in front of the window; ( assis) to sit down in front of the window; ( couché) to lie (down) in front of the window; se mettre sur les mains to stand on one's hands; se mettre sur le dos to lie on one's back; se mettre au lit to go to bed; se mettre debout to stand up; se mettre sur ses jambes to get to one's feet; ne plus savoir où se mettre not to know where to put oneself; se mettre les mains sur la tête to put one's hands on one's head; se mettre les doigts dans le nez to pick one's nose; où est-ce que ça se met? where does this go?;2 ( projeter involontairement sur soi) to spill [sth] on oneself [liquide, poudre]; se mettre de la confiture to get jam on oneself; se mettre de la boue sur ses chaussures/de l'encre sur le nez/une poussière dans l'œil to get mud on one's shoes/ink on one's nose/some grit in one's eye; s'en mettre partout to get it all over oneself;3 ( placer sur son corps) to put on [vêtement, bijou, maquillage]; se mettre un foulard/un collier/du rouge à lèvres to put on a scarf/a necklace/lipstick; se mettre de la poudre sur le visage to put some powder on one's face, to powder one's face; je ne sais pas quoi me mettre I don't know what to put on;4 ( placer dans son corps) to put in [suppositoire, tampon];5 ( commencer) se mettre à l'anglais/au tennis to take up English/tennis; se mettre à prendre des somnifères to start taking sleeping pills; ma voiture se met à avoir des problèmes my car is starting to go wrong; il va se mettre à pleuvoir it's going to start raining; il se met à faire froid/du vent it's starting to get cold/windy;6 ( tourner) le temps s'est mis au froid/au beau/à la pluie the weather has turned cold/fine/to rain;7 ( se lancer) elle s'est mise à leur recherche she started looking for them; je me suis mis sur l'affaire I started looking into the case;8 (se placer dans une situation, un état) se mettre en tort to put oneself in the wrong; se mettre dans une situation impossible to get (oneself) into an impossible situation; se mettre dans une sale affaire to get involved in some shady business; je me mets de ton côté I'm on your side; je préfère me mettre bien avec lui I prefer to get on the right side of him; se mettre à l'aise to make oneself comfortable; se mettre en colère to get angry; se mettre nu to take off one's clothes; on va se mettre ensemble○ ( sous le même toit) we're going to live together; il s'est mis avec elle○ ( de son côté) he's on her side; ( sous le même toit) he's moved in with her;9 ( s'habiller) se mettre en tenue d'été to put on summer clothes; se mettre en arlequin to dress up as Harlequin; se mettre en jaune to wear yellow;10 ( se grouper) ce n'est pas la peine de vous (y) mettre à dix there's no need for ten of you; ils s'y sont mis à au moins trente there were at least thirty of them;11 ○( manger) je m'en suis mis un maximum I really stuffed○ myself; s'en mettre plein la panse○ or lampe○ or gueule● to stuff○ oneself; qu'est-ce qu'on s'est mis! we really stuffed○ ourselves!;12 ( se battre) qu'est-ce qu'on s'est mis! we really laid○ into each other![mɛtr] verbe transitif1. [placer] to putmettre sa confiance/tout son espoir en to put one's trust/all one's hopes inmettre quelqu'un dans: mettre quelqu'un dans l'avion/le train to put somebody on the plane/the trainmettre quelqu'un en: mettre un enfant en pension to put a child in a ou to send a child to boarding schoolmettre de l'argent sur son compte to put ou to pay some money into one's accountmettre la main sur le bras de quelqu'un to lay ou to put one's hand on somebody's arm3. [disposer]4. [ajuster] to setmets la sonnerie à 20 h 30 set the alarm for 8:30 p.m5. [établir - dans un état, une situation]mettre quelqu'un au travail to set somebody to work, to get somebody workinga. [perplexité] to put somebody in a predicamentb. [pauvreté] to put somebody in financial difficultymettre du vin en bouteilles to put wine into bottles, to bottle winemettre du linge à sécher to put ou to hang clothes up to drymettre quelque chose à tremper to put something to soak, to soak something6. [fixer] to putmettre une pièce à un pantalon to put a patch on ou to patch a pair of trousers[ajouter] to put7. [se vêtir, se coiffer, se chausser de] to put on (separable)[porter régulièrement] to wearje lui ai mis son manteau/ses gants I put his coat/his gloves on (for him)8. [faire fonctionner - appareil] to turn ou to put ou to switch on (separable)mets de la musique put some music on, play some musicmettre du papier peint/de la moquette dans une pièce to wallpaper/to carpet a room10. [consacrer - temps] to takeelle a mis trois mois à me répondre she took three months ou it took her three months to answer menous y mettrons le temps/le prix qu'il faudra we'll spend as much time/money as we have tomettre de l'argent dans une voiture to put money in ou into a car11. [écrire] to puton met un accent sur le "e" "e" takes an accenton met deux m à "pomme" "pomme" has two m's12. [supposer]et mettons que tu gagnes? suppose ou let's say you win?il faut, mettons, 2 mètres de tissu we need, (let's) say ou shall we say, 2 metres of materialmettons que j'ai mal compris! [acceptation] let's just say I got it wrong!13. [donner] to givele prof m'a mis 18 ≃ the teacher gave me an A14. (familier) [infliger]qu'est-ce qu'il m'a mis au ping-pong! he really hammered me ou he didn't half thrash me at table tennis!je lui ai mis une bonne claque I gave ou landed him a good clout15. (locution)————————se mettre verbe pronominal (emploi passif)1. [dans une position, un endroit - chose] to goles pieds, ça ne se met pas sur la table! tables aren't made to put your feet on!2. [aller - vêtement] to go————————se mettre verbe pronominal intransitif1. [s'installer, s'établir - dans une position]a. [debout] stand near the windowb. [assis] sit near the windowmettez-vous en cercle arrange yourselves into ou form a circle2. [entrer - dans un état, une situation]il s'est mis dans une position difficile he's got ou put himself in a difficult situation3. [s'habiller]4. [s'unir]a. [pour un jeu] to team up with somebodyb. [pour vivre] to move in with somebodyc. [dans une discussion] to side with somebodyon s'est mis par équipes de 6 we split up into ou we formed teams of 6 (people)5. (locution)a. (très familier) [dans un combat, un débat] they're really having a go at each other!b. [en mangeant] they're really getting stuck in!————————se mettre verbe pronominal transitifto put on (separable)se mettre une belle robe/du parfum to put on a nice dress/some perfume————————se mettre à verbe pronominal plus préposition1. [passer à]le temps se met au froid it's getting ou turning cold2. [commencer]se mettre à l'ouvrage to set to work, to get down to worka. [au travail] to get down to itb. [à une activité nouvelle] to have a trysi tu t'y mets aussi, je renonce! if you join in as well, I give up!
Страницы
См. также в других словарях:
solide — [ sɔlid ] adj. et n. m. • 1300 « massif, dur »; lat. solidus « massif » I ♦ 1 ♦ Qui a de la consistance, qui n est pas liquide, tout en pouvant être plus ou moins mou. ⇒ consistant, dur. Nourriture solide, qui se mange (opposé à liquide, qui se… … Encyclopédie Universelle
tête — (tê t ) s. f. 1° Partie qui, chez l homme et les animaux, contient le cerveau et les organes des sens, et qui est unie au corps par le cou. 2° La tête séparée du tronc. 3° Tête de Méduse. 4° Tête de mort. 5° La partie de la tête qui est … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
TÊTE — s. f. Chef, la partie qui est le siége du cerveau et des principaux organes des sens ; et qui, dans l homme et dans la plupart des animaux, tient au reste du corps par le cou. Le devant, le derrière de la tête. Le sommet de la tête. Le haut de la … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Tête d'extincteur automatique à eau — Extincteur automatique à eau Pour les articles homonymes, voir Asperseur, Extincteur et Gicleur. Un Sprinkler Un sprinkler (parfois fra … Wikipédia en Français
Tête du fémur — Fémur Pour les articles homonymes, voir femur. Le fémur est l os de la cuisse. Il s agit de l os le plus long du corps humain … Wikipédia en Français
Tête (football) — Football Pour les articles homonymes, voir Football (homonymie). Football Soccer … Wikipédia en Français
Tête de caméra — En machinerie cinématographique, la tête de caméra est un support de caméra permettant au cadreur d effectuer des mouvements de caméra autour de son axe de rotation (panoramiques et tilts), à différents niveaux de friction. La tête est une… … Wikipédia en Français
Imprimante à tête thermique — Imprimante Imprimante à jet d’encre Canon. Les imprimantes ont été conçues dès l’apparition des premiers ordinateurs, pour permettre la consultation et la conservation sur support papier des résultats produits par les programmes informatiques. En … Wikipédia en Français
Casse-tête mécanique — Le casse tête mécanique le plus célèbre : le Rubik s cube Les casse tête mécaniques sont des jeux de réflexion ou casse tête, à classer dans la catégorie casse tête tri dimensionnel. La résolution du problème se fait par manipulation de l… … Wikipédia en Français
Microextraction Sur Phase Solide — fibre SPME en cours d extraction La microextraction sur phase solide (SPME, Solid phase microextraction) est une technique d extraction chimique, proposée au début des années 1990 par Janusz Pawliszyn à l université de Waterloo. Elle permet de… … Wikipédia en Français
Sphinx tete de mort — Sphinx tête de mort Sphinx tête de mort … Wikipédia en Français
